„Maar Christus zei: Ja, zalig zijn degenen die Gods Woord horen en hetzelve bewaren.”

Zij zijn eerder zalig, die Gods Woord horen en dat bewaren dan de maagd Maria was door Christus ter wereld te brengen, omdat Christus vindt dat zij aan Hem nader verbonden zijn dan Zijn eigen natuurlijke familie. Want Hij antwoordde en zei tot hen: Mijn moeder en mijn broeders zijn deze, die Gods Woord horen en dat doen (Lukas 8:21).

Hier is een rechte weg om te komen tot een nieuw verbond van vriendschap met Christus, om een bloedverwant van Christus te worden, namelijk door de wil van Christus te gehoorzamen.

Uw zaligheid blijkt ook als u, indien u het Woord hoort en doet, zult volharden tot het einde toe. Anderen vallen af van het geloof en lijden schipbreuk, zegt Christus (Mattheüs 7:24-28): „Ieder dan die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, die zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft.” Zij alleen volharden. Zij alleen hebben hun zielen gebouwd op een rotssteen en zij staan onbeweeglijk ten tijde van vervolging. Zeker, zij kunnen wel vallen, zoals blijkt uit de val van David, Petrus en anderen. Maar de Leidsman en Voleinder des geloofs heeft voor hen gebeden dat hun geloof niet ophoudt.

Christopher Love, 
predikant te Londen

(”De ijverige christen”, 1655)