Kerk & religie

Hoogste Duitse rechter: Ontheffing op religieuze gronden op school niet mogelijk

LEIPZIG. Het is „in de regel” niet mogelijk om op religieuze gronden ontheffing te verkrijgen van bepaalde onderdelen van het onderwijs op Duitse scholen. Dat blijkt uit een tweetal uitspraken van het Bundesverwaltungsgericht in Leipzig, vorige week.

Redactie kerk
16 September 2013 18:03Gewijzigd op 15 November 2020 05:51
beeld Fotolia
beeld Fotolia

Het Bundesverwaltungsgericht –de hoogste Duitse bestuursrechtbank, te vergelijken met de Raad van State in Nederland– deed vorige week woensdag uitspraak (in hoger beroep) in twee zaken. Hiertegen is geen beroep meer mogelijk.

In de ene zaak –die sinds 2010 speelde– behoorden de ouders tot de gemeenschap van Jehovah’s Getuigen. Hun zoon bezocht een gymnasium in Bocholt. In de lessen Duits op deze school werd het boek ”Krabat” van schrijver Ottfried Preussler besproken. Een bezoek aan de film ”Krabat” van regisseur Marco Kreuzpaintner maakte eveneens deel uit van het programma. Deze film laat onder meer praktijken van zwarte magie zien.

De desbetreffende ouders probeerden voor hun zoon ontheffing aan te vragen van een en ander. Zij beriepen zich op religieuze gronden: hun geloofsovertuiging zou hen verbieden zich met zwarte magie in te laten. De school wees hun verzoek echter af. Desondanks ging hun zoon overigens niet naar de filmvoorstelling.

Omdat de ouders vonden dat de school hun de ontheffing wel had moeten verlenen, spanden zij in februari 2010 een rechtszaak aan bij het ”Verwaltungsgericht” in Münster. Dat stelde hen in het ongelijk. Vervolgens stapten zij naar het ”Oberverwaltungsgericht” in Münster – dat hen wel gelijk gaf.

Tegen deze uitspraak ging de deelstaat Noordrijn-Westfalen, waar de school zich bevindt, in beroep bij het Bundesverwaltungsgericht. Volgens de deelstaat overtrad de school met het bezoek aan de film niet de grondwettelijke bepaling dat bij de inrichting van het onderwijs neutraliteit in godsdienstig opzicht gewaarborgd dient te zijn.

Het Bundesverwaltungsgericht in Leipzig gaat hierin mee, zo bleek vorige week. De hoogste Duitse bestuursrechter is van oordeel dat het verlenen van ontheffing in zulke gevallen „in de kern” zou strijden met „de taak van de school om de volgende generatie onbevooroordeeld en zo veelomvattend mogelijk met thema’s van de samenleving en haar geestelijk-culturele erfenis vertrouwd te maken.”

Burkini

De tweede zaak waarin het Bundesverwaltungsgericht uitspraak deed, betrof een islamitische scholiere. Zij weigerde in 2011 op een gymnasium in Frankfurt am Main om samen met jongens zwemles te volgen (zogenoemd co-educatief zwemonderwijs). De school stond ontheffing echter niet toe. Terecht, oordeelde het Bundesverwaltungsgericht vorige week: moslimscholieren kunnen „in de regel” geen ontheffing van het co-educatieve zwemonderwijs verkrijgen als hun de mogelijkheid openstaat, hierbij een zogenoemde burkini –een kledingstuk dat vrijwel het gehele lichaam bedekt, zonder het zwemmen te hinderen; red.– te dragen.

Taak ouders

Door de Duitse protestantse nieuwsdienst Idea gevraagd om een reactie op de beide uitspraken verklaart Berthold Meier, algemeen secretaris van het Verband Evangelischer Bekenntnisschulen, dat het niet zo eenvoudig is om die in deze concrete gevallen te geven. Zorgen maakt Meier zich echter wel over het feit „dat staat en maatschappij in toenemende mate de opvoedkundige taak van ouders overnemen.” Scholen accepteren het doorgaans ook nauwelijks als ouders zich verzetten tegen de „seksualisering van het onderwijs” of tegen lesinhouden waartegen zij op grond van hun geweten bezwaar hebben. Scholen zouden zich veel meer als „dienaren van de ouders” moeten opstellen, vindt hij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer