Steinbrück voelt zich een beetje neushoorn
BERLIJN (ANP/DPA). Toen hij minister van Financiën was, van 2005 tot 2009, was Peer Steinbrück een van de populairste politici van Duitsland, met zijn strijd tegen de gevolgen van de kredietcrisis. Als kanselierskandidaat van de SPD echter ligt de sociaaldemocraat op grote achterstand in de peilingen ten opzichte van de zittende bondskanselier, Angela Merkel. In de laatste fase van de verkiezingscampagne vecht hij tegen dat loser-imago.
Steinbrück (66) komt een tikkeltje arrogant over. In de aanloop naar de Bondsdagverkiezingen deed hij ongelukkige uitspraken. Zo zei hij dat een bondskanselier niet genoeg verdient. Dat valt niet in goede aarde in crisistijd, wanneer zelfs veel Duitsers met een fulltime baan een beroep moeten doen op aanvullende bijstand. Ook zijn opgeheven middelvinger op de voorpagina van een tijdschrift leidde tot kritiek.
De in 1947 in Hamburg geboren econoom Steinbrück werkte al onder bondskanselier Helmut Schmidt (1974-1982) in verscheidene West-Duitse ministeries en in de bondskanselarij. Later werd hij minister van Economische Zaken in de deelstaten Sleeswijk-Holstein en Noord-Rijnland-Westfalen (NRW). In 2002 schopte hij het tot premier van het aan Nederland grenzende NRW, de volkrijkste Duitse deelstaat. Die functie zou hij tot 2005 bekleden.
Toen werd Steinbrück minister van Financiën in de ‘grote coalitie’ van Merkel. Na het faillissement van Lehman Brothers in 2008 stond hij met Merkel voor de camera’s en beloofde de burgers dat hun spaargeld veilig was. Ook verwierf hij naam met zijn strijd tegen belastingontduiking. Hij kreeg het daarbij aan de stok met landen als Zwitserland en Liechtenstein, waar Duitsers hun zwarte geld plegen te ‘verstoppen’.
Binnen de SPD behoort Steinbrück tot de rechtervleugel. Zo verdedigde hij de ingrepen in de sociale zekerheid die SPD-bondskanselier Gerhard Schröder in 2003 had ingezet om het hele stelsel betaalbaar te houden. Leden van de linkervleugel die klaagden over de harde bezuinigingen, noemde hij „huilebalken”. In de verkiezingsstrijd verdedigt hij nu een linkser programma, zoals hogere belastingen voor de rijken, de invoering van een minimumloon en een rem op de huren.
Steinbrück vergelijkt zichzelf graag met een neushoorn, zijn favoriete dier: „Die komen langzaam op gang, maar als zij eenmaal op dreef zijn, zijn ze niet meer te stoppen.” Zijn motto luidt: „Ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg.”