Cultuur & boeken

Spotlight: Ad Verbrugge over liefde, gemeenschap en traditie

Je moet het durven als eigentijds filosoof: aan de hand van de erotische bestseller ”Vijftig tinten grijs” op zoek gaan naar de diepste behoeften van het menselijk hart, en dan uiteindelijk uitkomen bij de christelijke traditie.

Enny de Bruijn
16 September 2013 08:52Gewijzigd op 15 November 2020 05:50
Foto ANP
Foto ANP

Voor schrijvers over tijdgeest en samenleving is het makkelijk om de aandacht te trekken met een klaagzang over de toestand in de wereld. Vreselijk allemaal: we consumeren erop los, we leven in een schijnwereld van sociale media en andere virtuele verbanden, er is geen gezag meer, we kunnen geen echte relaties meer aangaan, we vormen een samenleving van losgeslagen individuen, we willen niet meer bij gemeenschappen horen en we hebben niets meer voor een ander over – omdat we altijd op zoek zijn naar ons eigen geluk.

Het sterke van filosoof Ad Verbrugge is dat hij weliswaar dergelijke dingen beschrijft in zijn nieuwste boek, maar dat hij tegelijk laat zien hoe wij mensen onder dat alles door hunkeren naar écht geluk, naar verbinding met de ander, naar gemeenschappen waarin we ons thuisvoelen, naar een leven dat zin heeft omdat we niet alleen maar voor onszelf leven.

Voor iemand die opgevoed is met christelijke waarden en normen klinkt dat heel gewoon en vanzelfsprekend en misschien zelfs een beetje afgesleten. Maar voor iemand die opgegroeid is met vrijheid en geluk als hoogste normen is het misschien wel verrassend en nieuw. Het is een geluid in onze samenleving dat de laatste jaren langzaam sterker wordt: met de vrijgevochten moraal van de jaren zestig redden we het niet, we hebben orde, discipline, traditie, gemeenschap en liefde nodig.

”Staat van verwarring” trekt heel slim de aandacht voor die boodschap, doordat de auteur niet zomaar in abstracte termen aan het analyseren slaat. Hij blijft weliswaar een filosoof met bijbehorend taalgebruik, en sommige stukken zijn daardoor toch ietwat taai om te lezen voor een niet-filosoof. Maar hij kiest een verrassend uitgangspunt: de erotische bestseller voor huisvrouwen ”Vijftig tinten grijs”, die ook in Nederland bij miljoenen over de toonbank ging.

Je kunt van alles van de ”Vijftig tinten”-serie zeggen – bijvoorbeeld dat de boeken slecht geschreven zijn, dat ze half pornografisch zijn, dat ze te expliciet aandacht vragen voor verwerpelijke sadomasochistische praktijken, dat ze op het punt van man-vrouwverhoudingen een achterhaalde moraal uitdragen, noem maar op. Maar Verbrugge heeft gelijk als hij schrijft dat de torenhoge verkoopcijfers iets zeggen over onze tijd. Blijkbaar sluiten deze boeken op een of andere manier aan bij de sluimerende gevoelens van de massa.

Volgt een mooie analyse: als je alle prikkelende scènes uit ”Vijftig tinten” wegdenkt, houd je een heel traditioneel en zelfs ongeëmancipeerd verhaaltje over. Er ligt een enorme nadruk op lichaam en seksualiteit, waarbij de man de vrouw domineert, maar juist door die lichamelijke gemeenschap ontstaat onherroepelijk echte liefde en behoefte aan een exclusieve relatie. Mensen met verscheurde verledens genezen aan elkaar, en uiteindelijk is er zelfs een huwelijk en een kind. En daarin herkennen al die miljoenen lezers kennelijk iets van hun eigen diepste, oeroude behoeften.

Vertrekkend vanuit die gedachte ontvouwt Verbrugge vervolgens zijn ideeën over de staat van onze samenleving. De seksuele gemeenschap is als het ware de kern waaromheen de rest van het leven vorm krijgt. Dat dat lichamelijke in onze tijd zo belangrijk is, verklaart hij vanuit de virtuele wereld waarin wij verkeren (het leven speelt zich af op internet en blijft dus op afstand) en onze vluchtige consumptiecultuur (hecht je maar niet te veel aan mensen en dingen, want ze worden toch snel door andere vervangen).

Juist doordat alles in het leven vager en vluchtiger en minder tastbaar is, hebben we een enorme behoefte aan lijfelijke ervaringen. Dat is de paradox van ons bestaan in deze tijd: dat we allemaal zo vrij en ongebonden mogelijk willen zijn, maar tegelijk ook aandacht en liefde willen. En we komen erachter dat liefde die werkelijk onze diepste behoefte vervult, niet kan zonder gemeenschap en binding en loskomen van jezelf in je aandacht voor de ander. Verbrugge schroomt niet om zelfs het woord ”offer” te gebruiken: het geluk zit niet in autonomie, maar in overgave.

Wat op het kleine, persoonlijke vlak geldt, geldt overigens ook in het grotere verband van de samenleving. Ook daar is er een probleem met hechting en samenbinding: werknemers gaan thuis werken, leren flexibel zijn en veranderen regelmatig van baan, gezinnen gebruiken niet samen de maaltijd, er zijn nauwelijks nog samenbindende kerkelijke en maatschappelijke rituelen en tradities. Mensen kunnen zelfs niet meer samen dansen –zoals vroeger–, ze bewegen alleen nog op zichzelf, zonder in te spelen op de beweging van de ander.

Maar ook in de samenleving, schrijft Verbrugge, zijn liefde, toewijding en gemeenschap de oplossing. We kunnen opnieuw kiezen voor structuren en verbanden, voor discipline en vaste vormen. Niet gedwongen, omdat het zo hoort, maar vrijwillig.

Eigenlijk is ”Staat van verwarring” een heel degelijk, conservatief boek, een pleidooi voor huwelijk en gezin, voor monogamie, voor diepgaande relaties, voor gemeenschap, voor gedeelde waarden en rituelen.

Hoe het onderliggende geloof er voor Verbrugge precies uitziet blijft evenwel vaag. Hij verwijst vaak naar de oude christelijke waarden, maar tegelijkertijd schrijft hij aan het eind van zijn boek dat de oplossing niet ligt in „een terugkeer naar een vroeger toen alles beter was.” Een confrontatie met de oosterse traditie en spiritualiteit is wat hem betreft onvermijdelijk, maar dat kan alleen zinvol gebeuren als we ons laten inspireren door onze eigen, christelijke traditie.

De vraag blijft dan wel of die christelijke traditie los verkrijgbaar is, zonder écht geloof in God. Het lijkt me behoorlijk moeilijk om het „offer van liefde” te brengen als je al die liefde zelf moet opbrengen, zonder vanuit het offer van Christus te leven, vanuit geschonken genade en geschonken liefde.


”Staat van verwarring. Het offer van liefde”, Ad Verbrugge; uitg. Boom, Amsterdam, 2013; ISBN 978 94 6105 701 3; 264 blz.; € 23,50.


Zie ook:

“Maak eerst maar eens wat van je first life” (Reformatorisch Dagblad, 24-02-2007)

Terug naar het oude leren (Reformatorisch Dagblad, 28-06-2006)

Alleen fatsoen is niet genoeg (Reformatorisch Dagblad, 20-10-2004)

Onze vrijheid is een lege huls (Reformatorisch Dagblad, 20-10-2004)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer