Buitenland

Invloed Hezbollah taant

De Libanese verzets­beweging Hezbollah heeft in een relatief korte periode veel goodwill verspeeld. In 2006 werd de partij nog overal in de Arabische wereld geprezen vanwege haar „heldhaftige” verzet tegen Israël tijdens de oorlog in de zomer van datzelfde jaar. Nu Hezbollah zich in de strijd in Syrië heeft gemengd, is de morele steun verdwenen.

Arthur Blok

13 September 2013 23:07Gewijzigd op 15 November 2020 05:49
Na de aanslag op een sjiitische wijk in Beiroet op 19 augustus gingen nabestaanden van de slachtoffers de straat op met portretten van hun omgekomen familieleden en van Hezbollahleider Hassan Nasrallah (foto). De invloed van Nasrallah in de Arabische were
Na de aanslag op een sjiitische wijk in Beiroet op 19 augustus gingen nabestaanden van de slachtoffers de straat op met portretten van hun omgekomen familieleden en van Hezbollahleider Hassan Nasrallah (foto). De invloed van Nasrallah in de Arabische were

Er is veel veranderd in een tijdsbestek van slechts zeven jaar. Na afloop van de oorlog met Israël in de zomer van 2006 werd Hezbollah het school­voorbeeld van het Arabische verzet. De charismatische leider van de sjiitische beweging, Hassan Nasrallah, werd gebombardeerd tot Arabische held. Gesterkt door alle roem ging de partij zich steeds arroganter gedragen: op nationaal niveau kwam ze afspraken niet na en op internationaal niveau bemoeide ze zich met van alles en nog wat.

Zo weigerde Hezbollah met partijen in Libanon een nationale defensiestrategie af te spreken om het land te verdedigen tegen eventuele toekomstige aanvallen vanuit Israël. Ook negeerde het de zorgen van politieke tegenstanders. De overtuiging dat het niet Hezbollah zou moeten zijn dat het laatste woord heeft in nationale veiligheidszaken, maar de regering evenals het nationale leger, wordt door steeds meer Libanezen omarmd.

De toon van oppositiepartijen in het land werd feller nadat Hezbollah een aantal maanden geleden toegaf dat er manschappen in Syrië actief waren om president Bashar al-Assad een handje te helpen. Deze inmenging ging tegen eerder gemaakte afspraken in: vorig jaar, tijdens de laatste ronde van nationale dialoog in Liba­non, had de beweging nog aan alle partijen beloofd dat ze dat absoluut niet zou doen. Hierdoor verspeelde Hezbollah op het thuisfront veel krediet.

Hoogmoed

Fuad Saniora, tijdens de oorlog in 2006 premier van het land en nu leider van de grootste soennitische Libanese partij, legt uit dat de besprekingen met Hezbollah altijd al moeizaam verliepen. Het spreekwoord ”Hoogmoed komt voor de val” is volgens hem van toepassing. „Hezbollah is verblind door het gevoel van macht. Alsof het aan niemand verantwoording schuldig is. Terwijl het op hetzelfde moment bang is voor zijn voortbestaan.”

De deelname aan de Syrische crisis betekende een grote ver­andering van de status quo; voor het eerst in de geschiedenis werd Hezbollah niet gedreven door nationale belangen, maar rechtstreeks door regionale. Dat werd ook duidelijk uit de diverse toespraken van Nasrallah. Hij sprak over het beschermen van sjiitische bedevaarts­oorden en sjiitische burgers in Syrië tegen de –overwegend– soennitische opstandelingen. Hierdoor zette hij de verhoudingen tussen beide stromingen in de islam op scherp; in Libanon én in de rest van de regio.

Saniora vanuit zijn kantoor in de Libanese hoofdstad Beiroet: „Deze mensen zijn geïndoctrineerd, ze zijn er bijvoorbeeld heilig van overtuigd dat zij degenen zijn die de tombe van Zeynab (sjiitisch bede­vaartsoord in Syrië, AB) dienen te beschermen tegen de ondergang. Die tombe staat daar al ruim dertien eeuwen, en nu is het alsof Nasrallah opeens de boel moet redden.”

Kritiek

Hezbollah zelf voelt zich niet geroepen om te reageren op berichten in de media over de strijd in het buurland. Parlementslid Nawar al-Sahili van de partij licht dit kort toe na een toevallige ontmoeting in het Libanese parlement. „We hebben besloten hier in dit stadium even niets over te zeggen. Nasrallah heeft daar de afgelopen maanden genoeg over gesproken.”

De deelname aan de strijd in Syrië en de ondiplomatieke opstelling van Hezbollah bleef niet zonder gevolgen. In juli besloot de Europese Unie de militaire tak van de beweging op de lijst van terroristische organisaties te zetten. Soennitische regimes in de regio, zoals in Saudi-Arabië en Qatar, hebben de aanval geopend en eisen het eind van Hezbollahs steun aan Assad. Zij worden daarin gesteund door Arabische media die maanden geleden een fel offensief tegen de partij zijn gestart.

Tijdens de jaarlijkse Dag van het Leger, begin deze maand, uitte zelfs de Libanese president Michel Suleiman kritiek. Suleiman, die normaal de beweging de hand boven het hoofd houdt, hekelde het feit dat Hezbollah de wapens voor andere zaken gebruikt dan voor verzetsdoeleinden.

In het hoofdkantoor van de grootste oppositiebeweging in Libanon –de 14 maartbeweging, genoemd naar de dag in 2005 waarop ruim 1 miljoen Libanezen de straat opgingen en het vertrek van de Syriërs eisten–, is men opgetogen na de woorden van Suleiman. Coördinator Tony Habib: „Vooral vanuit patriottistisch perspectief. Het zijn de gedachten van de meerderheid. Die vindt ook dat het land beschermd dient te worden door het nationale leger alleen. Wat Hezbollah nu doet, brengt Libanon in gevaar.”

Risico

De deelname van Hezbollah aan de strijd in Syrië is zeker niet zonder risico, dat werd de afgelopen weken opnieuw duidelijk. Bij een grote bomaanslag vlak bij een Hezbollah­complex in Beiroet vielen vorige maand 27 doden en ruim 200 gewonden. Dezelfde wijk in de hoofdstad was in juli eveneens doelwit van een aanslag. De aanslagen werden opgeëist door radicale soennieten. Het resultaat: nog meer oorlogstaal van Nasrallah. De wijk wordt inmiddels door de partij beveiligd als een middeleeuws fort. Een regelrechte motie van wantrouwen in de richting van de staat.

Ghassan Mukheiber, die deel uitmaakt van een fractie in het Libanese parlement die een alliantie met Hezbollah heeft gesloten, nuanceert de rol van de beweging in Syrië. Deze moet volgens hem slechts gezien worden als een regionale inmenging. Desondanks vindt hij dat Hezbollah „niet het recht heeft” zich met de zaken in het buurland te bemoeien, maar hij weigert de partij te beschuldigen. „Ook Libanese soennieten mengen zich in de strijd, wat ook voor veel spanningen hier op straat zorgt.”

Ondanks de vele slachtoffers die aan de zijde van Hezbollah zijn gevallen –het precieze aantal houdt de partij geheim– denkt Mukheiber dat de deelname aan de Syrische burgeroorlog de positie van de beweging in de regio juist heeft versterkt. „Dankzij Hezbollah is Assad erin geslaagd een aantal belangrijke steden te her­overen.”

Mukheiber legt uit dat hij het ondanks de alliantie in het parlement regelmatig oneens is met de partij. Hij wijst op de mogelijke gevaren van een Syrië na Assad. „Veel Libanese christenen zijn huiverig voor het moment dat er een soennitisch regime wordt gevestigd. Kijk wat er in Egypte is gebeurd met de christelijke gemeenschap na het aantreden van de moslimbroeders.”

Graven

Sinds medio vorig jaar praten de Libanese partijen niet meer met elkaar. President Suleiman probeert sindsdien tevergeefs een nieuwe dialoogronde te organiseren. Hier komt volgens coördinator Habib voorlopig geen verandering in: „Zolang de wapens en de controle daarover niet open en eerlijk besproken kunnen worden en Hezbollah­strijders in Syrië vechten, willen wij niet aan de dialoogtafel plaatsnemen. Dat is zinloos.”

Oud-premier Saniora onderstreept de moeilijke positie waarin Hezbollah zichzelf heeft gebracht. Hij vergelijkt deze met iemand die een gat heeft gegraven en daar vervolgens zelf in is gaan zitten. „Ondanks het feit dat de persoon zich realiseert dat hij in een gat in de grond zit, blijft hij graven. Terwijl het beter zou zijn te stoppen met graven en te bekijken of je er veilig uit kunt klimmen.”




RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer