Opinie

Groeiende ongelijkheid tussen arm en rijk bedreiging voor Nederland

De huidige aanpak van de economische crisis dreigt te leiden tot een groeiende kloof tussen arm en rijk in Nederland, met alle negatieve gevolgen van dien, waarschuwt prof. dr. Johan Graafland.

Prof. dr. Johan Graafland
13 September 2013 18:24Gewijzigd op 15 November 2020 05:48
„Vanaf 2011 komen steeds meer signalen dat de armoede in Nederland toeneemt.” Foto: voedselbank in Amsterdam.  beeld ANP
„Vanaf 2011 komen steeds meer signalen dat de armoede in Nederland toeneemt.” Foto: voedselbank in Amsterdam. beeld ANP

Toen in 2008 de crisis losbrak, groeide de kritiek op het Angelsaksisch model met zijn nadruk op een zo klein mogelijke overheid en veel ruimte voor het eigen belang. Er werden vraagtekens gezet bij het neoliberale model waarin meer marktwerking als onvermijdelijke uitkomst van het globaliseringsproces wordt beschouwd.

Nu wij vijf jaar verder zijn, lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat het neoliberale paradigma hardnekkiger is dan velen hadden gehoopt of verwacht. In de afgelopen jaren is in veel Europese landen een beleid ingezet dat ten doel heeft de marktwerking te versterken. Hoewel er zeker verbeteringen op dit punt nodig zijn, is marktwerking niet in alle gevallen het juiste antwoord. Een berucht voorbeeld is de privatisering van waterbedrijven in Zuid- Europese landen. Economisch onderzoek geeft juist aan dat dit kan leiden tot een natuurlijk monopolie, waarbij bedrijven gespekt worden ten koste van het publieke belang.

Tegelijkertijd is de macht van de internationale financiële sector vrijwel onaangetast gebleven. Zowel in de VS als in Europa zijn banken in staat geweest om de grote schade door de kredietcrisis goeddeels af te wentelen op de bevolking. Door het beleid van goedkoop geld van de centrale banken kunnen banken tegen zeer lage rente lenen. Zonder dat ondernemingsinnovatie vereist is, kunnen zij daardoor hun winsten en reserves weer herstellen. Met een oplopende inflatie als gevolg, wat in feite een vorm van belasting is op rekening van de burgers.

Het meest pregnante voorbeeld van de afwenteling van de kosten van de crisis op de bevolking is Ierland. Hier is de schuldenlast van de overheid opgelopen van 25 procent van het nationaal inkomen in 2007 tot maar liefst 96 procent in 2010. De oorzaak is dat de Ierse regering onder druk van de Europese Centrale Bank garanties heeft verstrekt om buitenlandse financiers voor verliezen te behoeden. Maar ook Nederland heeft zijn eigen variant. Zo lijkt het erop dat de belastingbetalers maar de helft gaan terugzien van het grote bedrag dat de Nederlandse overheid heeft neergelegd voor ABN AMRO.

Het gevolg van deze hoge overheidsschulden is dat linksom (door hogere belastingen) of rechtsom (door lagere overheidsuitgaven) de overheidsfinanciën gesaneerd dienen te worden. Vanaf 2011 komen steeds meer signalen dat de armoede als gevolg hiervan in Nederland toeneemt. Volgens het Armoedesignalement komt de stijging van de armoede vooral tot stand door koopkrachteffecten ten gevolge van bezuinigingen en lastenverzwaringen die mensen met een minimuminkomen extra hard treffen, zoals bijvoorbeeld de verhoging van het eigen risico bij de zorgverzekering, de verlaging van de huurtoeslag, de hogere eigen bijdrage in de geestelijke gezondheidszorg en de korting op de kinderopvang.

Nederland moet ervoor waken niet in hetzelfde spoor terecht te komen als de VS. Daar vertoont de inkomensongelijkheid al jarenlang een opwaartse trend. De lage- en middeninkomensgroepen hebben feitelijk al gedurende meerdere decennia aan koopkracht moeten inleveren. De vermogensposities zijn nog ongelijker verdeeld en bovendien verergerd door de economische crisis. Volgens de Amerikaanse econoom Joseph Stiglitz ging 93 procent van de stijging in het inkomen in 2010 naar de 1 procent rijkste mensen in de VS.

Ook in Nederland zijn de reële lonen het laatste decennium (sinds 2001) nauwelijks toegenomen. De positie van de vakbonden is verzwakt, waardoor de belangenbehartiging vanuit het bedrijfsleven een grotere invloed krijgt op het beleid. Vooral de laatste twee jaar gingen de reële lonen hard achteruit. En hoewel de inkomensongelijkheid nog gematigd is, kent ook Nederland een hoge mate van ongelijkheid in vermogen. Dit doet afbreuk aan de solidariteit en de kwaliteit van het publieke leven en zet het onderling vertrouwen onder druk.

Het gevaar is aanwezig dat de kredietcrisis als breekijzer wordt gebruikt om een economische orde te creëren die uiteindelijk een vergelijkbare negatieve spiraalwerking genereert zoals Stiglitz in zijn recente boek ”The price of inequality” (De prijs van ongelijkheid, 2012) schetst voor de VS. Want hierdoor neemt de kans op meer sociale en economische instabiliteit in de toekomst alleen maar toe.

De auteur is hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan Tilburg University.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer