Had u gedacht de laatste burgemeester van Scherpenzeel te zijn?

„Toen ik pas was benoemd, was de provincie al bezig met fusies van gemeenten. Dat ging Scherpenzeel misschien niet voorbij.

Het thema kwam een paar keer terug. Iedere keer dacht ik: „Ik maak het af tot de herindeling is afgerond”, maar telkens ging het niet door.

Ook de laatste keer niet, terwijl het samengaan van Scherpenzeel met Renswoude en Woudenberg al in een commissie van de Tweede Kamer was behandeld. Minister Donner trok de stekker eruit.

”Renswoude-Scherpenzeel-Woudenberg” zou een mooie plattelandsgemeente zijn geweest, een logisch geheel: de economische bedrijvigheid en de aard van de bevolking passen bij elkaar. Scherpenzeel heeft er veel tijd, geld en energie in gestoken, de teleurstelling was groot.”

Was u veel onder de mensen?

„Van de contacten met de burgers heb ik enorm genoten. Ik durf te zeggen dat ik een kwart van de 9400 Scherpenzelers bij naam ken.

Winkelen kostte me veel tijd, meestal was er wel iemand die een praatje wilde maken. Het tijdsbeslag van het burgemeesterschap was over het algemeen groot, met veel vergaderingen en verplichtingen ’s avonds.

Scherpenzeel heeft een bloeiend verenigingsleven. „Er zijn veel activiteiten in het dorp en de mensen vinden het leuk als de burgemeester erbij is.”

Heeft u veel bereikt?

„We hebben drie woonwijken kunnen realiseren. In de beginjaren mochten we van de provincie maar een beperkt aantal woningen bouwen. Veel jongeren verdwenen daardoor naar omliggende plaatsen. Als ze eenmaal de gemeentegrens over zijn en daar investeringen hebben gedaan, krijg je hen moeilijk terug.

In de nieuwe wijk Renes staan nu veel starterswoningen. Scherpenzeel is geen krimpdorp, er is een groot geschakeerd winkelbestand en er is veel ondernemingszin.

Jongeren en starters durven het nog steeds aan. Daar is ook ruimte voor, mede dankzij de 
5 hectare bedrijventerrein net over de grens met de gemeente Woudenberg.”

Heeft u ook minder goede herinneringen aan het burgemeesterschap?

„Het telefoontje op een zaterdagmorgen in maart 2003 dat er in de gemeente vogelgriep was geconstateerd. Er moesten 28 pluimveebedrijven worden geruimd.

Gelukkig hadden de betrokken ondernemers reserves, alle bedrijven zijn later verder gegaan, er zijn nieuwe stallen gebouwd. Dat toont veerkracht en vakmanschap. Sommige bedrijven stopten naderhand wel, omdat er geen opvolger was.”

Is uw opvolger wel de laatste burgemeester van het dorp?

„Nee, ik voorzie dat Scherpenzeel nog een hele tijd zelfstandig blijft. Ook in Renswoude en Woudenberg zijn er nieuwe burgemeesters benoemd.

Je kunt samenwerken –dat doen we veel, met vergunningen, met de jeugdzorg– en toch zelfstandig blijven. Dan blijft er ook iets van eigenheid. Dat leeft hier toch ook sterk.”