’Chen J. is geen nieuwe Sister P’.
Hoofdverdachte Chen J. in de mensensmokkelzaak ’Globetrotter’ had in feite geen enkele bemoeienis met het doorvoeren van honderden Chinezen naar Europa. Dat zei haar advocaat J. Taekema donderdag voor de rechtbank in Rotterdam. Uit afgetapte telefoongesprekken en contacten met andere verdachten zou op geen enkele wijze blijken dat de 28–jarige vrouw betrokken was.
Justitie ziet in Chen J. wel een ’slangenkop’. Iemand die net als de in juni veroordeelde Sister P. met strakke hand leiding gaf aan een criminele organisatie, die grof geld verdiende aan het smokkelen van Chinezen naar onder meer Nederland. Chen J. zou samen met haar partner Raimondo L. aan het hoofd staan van de twaalfkoppige bende. Justitie heeft tegen Chen J. vijf jaar gevangenisstraf geëist.
Volgens officier van justitie T. d’ Anjou vulde de bende het gat dat de inmiddels ontmantelde criminele organisatie van Sister P. achterliet. P. werd in juni tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld. De club gaf de gesmokkelde Chinezen tijdelijk onderdak in panden in Rotterdam, waar de leefomstandigheden mensonterend waren. Vandaaruit voerde de bende hen naar eindbestemmingen in Nederland, Engeland en België.
Justitie heeft de vermeende bendeleider Raimondo L. niet te pakken kunnen krijgen. Hij zit in China. De politie pakte zijn vriendin Chen J., moeder van twee kinderen, op 19 maart toen ze in Nederland terugkeerde. Politie en justitie hadden de organisatie een week eerder al opgerold, waarbij zij bij verschillende invallen 102 illegale Chinezen aantroffen.
Chen J. ontkent elke betrokkenheid. Justitie voert als voornaamste bewijs een serie telefoongesprekken aan, waaruit zou blijken dat zij samen met haar vriend opdrachten gaf aan de organisatie in Nederland. Advocaat Taekema betwist de betrouwbaarheid van de taps en de stemherkenning door tolken.
De vrouw geeft wel toe de andere verdachten te kennen, maar dat waren volgens haar alleen contacten van haar partner. Chen J. werd in Nederland gevolgd in de periode tussen oktober 2002 en januari 2003. Justitie voerde als bewijs voor haar betrokkenheid aan dat ze dingen voor de andere bendeleden regelde. Ze gaf een van de mensen haar telefoon en hielp een ander aan een advocaat. Volgens Taekema ging het om vriendendiensten.
Chen J. haalde bij de politie ook een in beslaggenomen witte Subaru op, waarin een andere verdachte had gereden. Volgens Taekema blijkt daar geen relatie uit met de organisatie. „De officier bestempelt de Subaru gemakshalve als hét vervoermiddel van de organisatie. Het is weinig indrukwekkend."
De rechtbank doet 5 december uitspraak.