„Wij moeten gevluchte kinderen hoop geven”
DEN HAAG (ANP). Nederland moet meer doen voor kinderen van vluchtelingen. De opvanglocaties moeten veiliger, de asielprocedure moet sneller en „wij moeten de kinderen, die afschuwelijke dingen hebben meegemaakt, de hoop geven dat ze toch nog wat kunnen maken van hun leven”. Daarvoor pleitte de Koning van de Jeugd, de 14-jarige Younes Ouaalli uit Abcoude, vrijdag in zijn zelfgeschreven troonrede op Kleine Prinsjesdag in de Haagse Ridderzaal.
Unicef organiseert Kleine Prinsjesdag om jongeren de kans te geven Kamerleden te vertellen wat ze vinden van de situatie van (kwetsbare) kinderen en jongeren, in en buiten Nederland. Het gaat om onderwerpen als kindermishandeling, uitbuiting, vreemdelingenbeleid en ontwikkelingssamenwerking. Van bijna alle grote politieke partijen zijn Kamerleden aanwezig om met de scholieren te debatteren.
Younes Ouaalli werd 1 juni gekozen tot Koning van de Jeugd tijdens de voorrondes van Kleine Prinsjesdag. Hij maakte toen veel indruk met een toespraak over het belang van onderwijs voor kinderen in ontwikkelingslanden.
In zijn troonrede gaf hij aan dat er nog steeds veel kinderen worden uitgebuit, bijvoorbeeld in de prostitutie. De straffen op uitbuiting en mensenhandel moeten veel zwaarder worden, aldus Younes. Ook moeten kinderen beter worden beschermd tegen mishandeling en seksueel misbruik. Kinderen moeten op school al leren dat misbruik nooit hun eigen schuld is en hulpverleners moeten scherper zijn op signalen die kinderen geven, zei Younes.