Per dag sterven nu 18.000 kinderen. Dat zijn er 1000 minder dan 2 jaar geleden. Sinds 1990 is de kindersterfte met bijna de helft afgenomen. Vanaf dat jaar zijn de cijfers bijgehouden.

De meeste kinderen sterven aan een longontsteking, diarree of malaria. Vaak worden kinderen ziek doordat ze ondervoed zijn. Kindersterfte door mazelen en polio neemt snel af.

Uit het rapport blijkt dat een aantal van de armste landen ter wereld de grootste vooruitgang hebben geboekt. Bangladesh, Ethiopië, Liberia, Malawi, Nepal en Tanzania hebben het sterftecijfer van kinderen onder de 5 jaar sinds 1990 met twee derde teruggebracht. Landen in West- en Midden-Afrika doen het minder goed.

Meer vaccinaties, voedingssupplementen, schoon drinkwater en sanitair zorgen ervoor dat er minder kinderen overlijden, aldus de hulporganisatie. Unicef heeft samen met India, Ethiopië en de Verenigde Staten tot nu toe 176 landen zo ver gekregen dat zij hebben beloofd om zich in te zetten voor betere overlevingskansen van kinderen.