Oslo-akkoorden uitgelopen op afbraak
Twintig jaar na de Osloakkoorden is de relatie tussen Israël en de Palestijnen allesbehalve verbeterd, concludeert Tom Struick van Bemmelen.
Op 13 september is het exact twintig jaar geleden dat de Osloakkoorden werden ondertekend door hoofdrolspelers Bill Clinton, Yasser Arafat en Jitschak Rabin. De Osloakkoorden waren gebaseerd op het principe ”land voor vrede”. Israël gaf land aan de Palestijnen voor zelfbestuur, en zou daarvoor vrede terugkrijgen. Wat is er uiteindelijk van die vrede terechtgekomen?
Bijzonder weinig. Israël heeft het land gegeven, zodanig dat 98 procent van de Palestijnen nu in een gebied leeft met Palestijns zelfbestuur. De vrede bleef echter uit. In de twintig jaar voor de Osloakkoorden werden 415 Israëli’s gedood door terreur. In de twintig jaar na de Osloakkoorden waren dat er 1452, ruim drie keer zo veel dus.
Start
Het ging al mis bij de start. ‘Vredespartner’ Arafat liet al snel blijken dat het hem geen ernst was om de akkoorden na te komen. Voor een Arabisch publiek sprak hij erover als een noodzakelijk tijdelijk verdrag, zoals de islamitische profeet Mohammed dat ook met zijn vijanden had gesloten. De Osloakkoorden zijn nooit geratificeerd door de PLO, de Palestijnse koepelorganisatie namens welke Arafat ondertekende. Het Handvest van de PLO werd ook niet aangepast. Alle passages over het gebruik van terreur en de vernietiging van Israël staan er nog steeds in. En Arafat gaf in het geheim de vrije hand om de terreur juist op te voeren, met genoemde 1452 doden als gevolg.
Experiment
Het was precies waar de Likoed destijds voor waarschuwde. Palestijnse autonomie was op zich geen verkeerd idee. Likoedpremier Menachem Begin was daar al veertien jaar eerder in de Camp Davidakkoorden met Egypte mee akkoord gegaan. De fout was dat ook de veiligheidshandhaving uit handen gegeven werd, bijvoorbeeld door het bewapenen van de Palestijnse politie. Dat pakte volkomen verkeerd uit, zeker tijdens de tweede intifada, die plaatsvond van 2000 tot 2005.
De geruststellende, stoere woorden van de Israëlische premier Rabin dat het om een experiment ging dat bij mislukking ook teruggedraaid kon worden, waren niet realistisch. Het proces bleek onomkeerbaar en de Palestijnse naleving van de Osloakkoorden werd niet beter, maar minder. De gekozen Palestijnse regering van Hamas in Gaza weigert de Osloakkoorden na te komen. Ze wil de terreur voortzetten, onder meer door het afvuren van raketten op de Israëlische burgerbevolking.
En ook de PLO op de Westelijke Jordaanoever is de belangrijkste vredesverplichtingen niet nagekomen: het beëindigen van alle vormen van geweld, het ontmantelen en ontwapenen van alle terreurorganisaties, het erkennen van het bestaansrecht van Israël, het communiceren van de vreedzame oplossing naar de bevolking en het verzorgen van vredeseducatie. Wie een blik werpt op de Palestijnse televisie –bijvoorbeeld via onze site– ziet hoe die bol staat van haatzaaierij.
De Osloakkoorden brachten Israël dus enkel meer terreur. En wat hebben de Osloakkoorden de Palestijnen opgeleverd? Ze hebben weliswaar nu hun eigen bestuur, een eigen begroting, eigen wetgeving, eigen rechtspraak, eigen gevangenissen enzovoort.
Maar dat bestuur is wel door en door corrupt (PLO), moslimfundamentalistisch (Hamas) en dictatoriaal. Palestijnen in Gaza zuchten onder de sharia en de dictatuur van Hamas. Wie zich kritisch uitlaat over het regime, wordt als „vermoedelijke agent van Israël” geëxecuteerd, zoals een Palestijnse taxichauffeur in november 2012 overkwam die zich tegen zijn passagiers negatief over Hamas had uitgelaten. De Palestijnse economie is door dergelijke terreur en corruptie in de jaren negentig enorm gekrompen. Buitenlandse investeerders, die aanvankelijk enthousiast waren, trokken zich snel weer terug. Israël moest de inzet van Palestijnse werknemers noodgedwongen verminderen, vanwege het toegenomen veiligheidsrisico.
De Palestijnen bleken net zo vatbaar voor de virussen van autocratie, moslimfundamentalisme, stammenstrijd, geweld, haat en afgunst tegenover andere bevolkingsgroepen, als de rest van de Arabische wereld. Het is wat dat betreft symbolisch te noemen dat een paar duizend huizen voor Joden door de Arabieren nog steeds wordt voorgesteld als het grootste probleem in het Midden-Oosten, terwijl de hele regio ten onder gaat aan geweld. Waar de Israëliërs willen opbouwen, breken de Arabieren af.
Eensgezindheid
Maar terwijl de regio in brand staat, is de Joodse staat een eiland van rust en voorspoed. Dat is niet te danken aan de Osloakkoorden, maar aan de kracht en eensgezindheid van de Israëliërs. Wie had dat twintig jaar geleden durven voorspellen, toen het land diep verdeeld was en de Osloakkoorden met maar één stem meerderheid in het Israëlisch parlement werden aangenomen?
De auteur is voorzitter van Likoed Nederland en oud-lid van de Eerste Kamer.