Voorafgaand aan de presentatie dinsdag werd druk gespeculeerd op een flink goedkopere iPhone, gericht op met name opkomende markten als China en India. Zonder abonnement kost de iPhone 5C (met 16 gigabyte opslagruimte) echter nog altijd 549 dollar. De nieuwe iPhone 5S met evenveel geheugen is maar 100 dollar goedkoper.

„Het prijsverschil is minimaal. De iPhone 5C blijft een premium toestel”, concludeert analist Maarten van Vliet van marktonderzoeksbureau Telecompaper. Ook de technische specificaties van de twee nieuwe Apple-telefoons ontlopen elkaar volgens hem niet veel, behalve dan dat de 5C wordt geleverd met een behuizing van plastic in plaats van metaal en glas.

Het lijkt er volgens Van Vliet op dat Apple zich niet heeft laten verleiden tot een directe aanval op Chinese concurrenten als Lenovo, Xiaomi en Huawei. „Er zijn genoeg partijen die voor een habbekrats een prima functionerend Android-toestel kunnen aanbieden. Je kunt daarin mee proberen te gaan, maar dat gaat ten koste van je marges. Ik kan me zo voorstellen dat Apple daar huiverig voor is.”

Niet de allergoedkoopste Chinese smartphones, maar de duurste Android-toestellen van met name Samsung blijven dan ook de voornaamste concurrenten van beide nieuwe iPhones. Van Vliet sluit niet uit dat Apple in de toekomst met een verdere verbreding komt, zij het niet in de mate waarin Samsung dat doet. „Er gaan al langer geruchten over telefoons met andere schermformaten”, zei hij.