Dat bleek woensdag op de bijeenkomst van leden van de Verenigde Christelijke Raad in Israël (UCCI) in de Joods-Messiaanse mosjav Yad HaShmona. Deze koepelorganisatie vertegenwoordigt belangen van meer dan dertig protestantse en evangelische organisaties die in Israël actief zijn.

De fiscus is begonnen de vergoedingen aan te slaan die vrijwilligers en betaald personeel ontvangen. Organisaties betalen bijvoorbeeld woonruimte voor vrijwilligers. De aanslagen lopen op van tienduizenden tot honderdduizenden euro’s.

„Belastingaanslagen kunnen wij ons niet veroorloven”, aldus de secretaris-generaal van de Graftuin, Peter Wells. „Die zullen onze organisatie volledig verlammen en belemmeren.” Hij vond een rekening van 2 miljoen sjekel (400.000 euro) in de bus, die na protest overigens drastisch werd verminderd.

Wells zei ook dat het ministerie van Binnenlandse Zaken is begonnen nauwe criteria toe te passen voor het verstrekken van visa voor geestelijken. Voor het ministerie zijn geestelijken slechts die personen die voorgaan in kerkdiensten.

De advocaat van de UCCI, Yuval Yerushalmi, zei dat er een nieuwe categorie nodig is voor het verstrekken van visa aan mensen die geen geestelijken zijn. Bij de jaarwisseling zal volgens hem blijken hoe ernstig de visacrisis is. Op 31 december loopt de verblijfsvergunning af van vele personeelsleden van de christelijke organisaties.

Het is volgens Yerushalmi heel moeilijk geworden nog visa te krijgen voor betaald personeel. Maar het verkrijgen van visa voor vrijwilligers daarentegen moet gemakkelijker zijn geworden dan voorheen.

Christenen die actief zijn bij de organisaties reizen soms ook om de drie maanden het land uit en keren daarna weer terug. Dat bespaart hun een bezoek aan het ministerie van Binnenlandse Zaken voor de verlenging van de visa, een procedure die bij een van de personeelsleden van de Graftuin acht maanden duurde. Het verkrijgen van visa verloopt extra stroef omdat het ministerie van Binnenlandse Zaken momenteel staakt.