Het offensief van de rebellen bij Maaloula, ten noordoosten van Damascus, wordt aangevoerd door Jabhat al-Nusra, aldus het Observatorium. De overige strijders zijn leden van een andere beweging, het Qalamon Bevrijdingsfront. Na zware gevechten met regeringstroepen trokken ze zaterdagavond het dorp binnen.

„Het leger heeft zich teruggetrokken naar de rand van het dorp en beide (groepen) hebben Maaloula volledig in handen”, zei Ali Abdul-Rahman van het Observatorium. Hij zei ook dat er nog steeds aan de regering gelieerde strijders in Maaloula zitten, maar dat zij zich verschuilen.

Een inwoner van Maaloula zei dat de rebellen - van wie velen baarden hadden en Allahu Akbar (God is groot) schreeuwden - kerken en huizen van christenen begonnen aan te vallen, kort nadat ze het dorp waren binnengetrokken. „Ze schoten mensen dood. Ik hoorde geweerschoten en zag drie lichamen midden op straat liggen in het oude deel van het dorp”, aldus de bewoner van Maaloula. „Zo veel mensen zijn het dorp ontvlucht.”

Een andere bewoner, die Maaloula is ontvlucht, zei dat een van de kerken in het dorp in brand is gestoken en twee andere zijn leeggeroofd. Een derde ooggetuige zei dat de opstandelingen deze week inwoners dwongen zich te bekeren tot de islam. “Ik zag de militanten woensdag vijf dorpelingen bedreigen. Ze zeiden ‘of je bekeert je tot de islam, of je wordt onthoofd’”, aldus de ooggetuige.

Het Syrische staatspersbureau SANA meldde dat het leger ‘vorderingen’ boekt in Maaloula. „Het leger heeft de terroristen zware verliezen toegebracht”, aldus SANA. Het regime en de staatsmedia noemen alle rebellen in het land terroristen. Volgens Abdul-Rahman hebben de regeringstroepen zich teruggetrokken maar hebben ze het dorp wel omsingeld.

Maaloula staat op de Werelderfgoedlijst van VN-organisatie Unesco. Een deel van de 3300 inwoners spreekt nog steeds een vorm van Aramees, de taal uit de tijd van de Bijbel.