„Bestuurscultuur in refokring ongewenst”
VIANEN. Bestuurders en toezichthouders in reformatorische kring komen elkaar voortdurend tegen in de consistorie, het verenigingslokaal, de raadzaal, de schaduwfractie of op een verjaardag. Je zou het als een vorm van incest kunnen typeren. Niet nieuw, wel hoogst ongewenst.
Dat betoogde Jan Bakker, eigenaar van adviesbureau Seventh Sense, vrijdag in Vianen bij het afscheid van Henk Vos als directeur van de reformatorische scholenorganisatie VGS. Het thema van de bijeenkomst was ”good governance”, een modern organisatiemodel waarbij bestuur en toezicht worden gescheiden. Veel scholen, bedrijven en instellingen hebben het model inmiddels ingevoerd of zijn ermee bezig.
Bakker noemde drie kenmerken van goed bestuur: verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid en kwetsbaarheid. Hij adviseerde organisaties het bestuur „zo eenvoudig mogelijk” te houden. „Dus geen dagelijks bestuur, algemeen bestuur, raad van toezicht en directeur, want dat is veel te complex.”
Reformatorische scholen, bedrijven en instellingen hebben volgens Bakker, commissaris bij de Erdee Media Groep, „bestuurders met visie en durf” nodig. „Mensen die niet verkrampt vasthouden aan traditionele verworvenheden, maar over hun eigen muren heen kijken en nuchter, principieel beslissingen nemen.”
Bakker constateerde dat een functie in een bestuur of raad van toezicht „nog te veel als interessant bijbaantje” wordt gezien. „Je moet er niet aan beginnen omdat een ander je voordraagt, maar omdat je intrinsiek gemotiveerd bent.” Hij kritiseerde „de onbalans” in besturen. „Toezichthouders gaan te veel op bestuurders af, maar de laatsten staan niet altijd objectief in de materie. De toezichthouder moet ”critical friend” zijn.”
Bakker ging ook in op „het gevaar van belangenverstrengeling” als een klein aantal bestuurders en toezichthouders elkaar voortdurend tegenkomt. „Dat kan een blokkade zijn voor objectieve afwegingen.” Hij erkende desgevraagd dat het aantal beschikbare personen beperkt is. „Dat pleit bij vacatures voor publieke werving. Dat gebeurt al wel, maar met pijn. Besturen schuiven liever hun eigen kandidaat naar voren.”
Ds. W. Silfhout, jurist en predikant van de Gereformeerde Gemeenten, ging in op de vraag of het model ”good governance” ook voor de kerk geschikt is. Zijn antwoord was „een volmondig nee.” Er is volgens hem „een principieel verschil” tussen de kerk en maatschappelijke organisaties. „De kerk is het werk van God. Niet de ledenvergadering, zoals bij veel organisaties, maar de kerkenraad is het centrale orgaan. Hij is verantwoording schuldig aan de grote Ambtsdrager, Jezus Christus.”
Onttrekt de kerk zich daarmee aan toezicht? vroeg ds. Silfhout. „Nee, gemeenteleden hebben tot op drie niveaus –classis, provinciale en generale synode– de mogelijkheid om bezwaar te maken. Dat is meer dan in de burgerlijke rechtspraak.”
Het toezicht van buitenaf op de kerk neemt toe, signaleerde de Capelse predikant. „Mogelijk moet elke kerkelijke gemeente vanaf 2016 haar beleid, ook financieel, verantwoorden op internet. De unieke plaats van de kerk wordt steeds verder uitgehold.” Desondanks pleitte ds. Silfhout voor openheid. „Laten we niet geheimzinnig doen in de kerk.”