Hirsi Ali: PvdA breekt woord
De Pvda maakt zich schuldig aan woordbreuk door de motie van VVD–Kamerlid Hirsi Ali tegen de verspreiding van moslimscholen niet meer te steunen. „Het is een klap in ons gezicht. Zo ga je niet met elkaar om", reageerde Hirsi Ali woensdagavond. „Wat is de handtekening van de PvdA waard? Het is een vies spelletje."
Hirsi Ali ontkent dat er met de VVD niet meer te praten viel over de tekst van haar motie. PvdA–woordvoerster Hamer zei woensdag tijdens de behandeling van de onderwijsbegroting een eigen motie over integratie op scholen in te dienen, omdat ze uitgepraat waren met de VVD.
De PvdA wil bovendien niet alleen moslimscholen aanspreken. „Dat stond niet in de motie, maar de VVD liet dat idee wel in de beeldvorming bestaan", aldus PvdA–Kamerlid Dijsselbloem die aanvankelijk zijn handtekening had gezet onder de tekst van Hirsi Ali. Hirsi Ali is nog steeds bereid om binnen de VVD–fractie te praten over aanpassing van haar eigen motie, zei ze.
Op de suggestie van SP–Kamerlid Vergeer om de PvdA–motie te ondersteunen, reageert Hirsi Ali negatief. Zo is de voorwaarde dat leden van schoolbesturen voldoende ingeburgerd zijn, in haar ogen geen garantie dat ze bijvoorbeeld Nederlands spreken.
Overigens verkondigde VVD–leider Van Aartsen bij monde van zijn voorlichter dat zijn partij niet van zins is om de motie aan te passen „om de interne problemen van de PvdA op te lossen." D66–Kamerlid Lambrechts is daar verbolgen over. Zij steunde de intentie van de motie om een concentratie van achterstandsleerlingen op bepaalde scholen tegen te gaan. „Het was een kleine moeite geweest om de beperking tot religieuze scholen er uit te halen. Als de VVD dat niet wil, dan is dit een schijnvertoning geweest."
De kans dat het alternatief van de PvdA een Kamermeerderheid haalt, is niet groot. In de motie staat namelijk ook dat elke school een acceptatieplicht heeft van kinderen wanneer de ouders de grondslag van de school respecteren. In het regeerakkoord hebben de VVD, CDA en D66 afgesproken dat die acceptatieplicht er niet mag komen.