Waar blijft protest tegen branden in Duitse kerken?
BRAUNSCHWEIG. In een maand tijd zijn in de Duitse deelstaat Nedersaksen drie protestantse kerken in brand gestoken. „Waar blijft het protest?”
De brand die de baptistische Friedenskirche in Braunschweig vorige week trof, was de derde op rij. Eerder, in de nacht van 30 juli, brandde de lutherse Willehadikerk in Garbsen, bij Hannover, bijna compleet uit. Een week later, op 5 augustus, werd de deur van de ”reformierte” gemeente in Hamelen in brand gestoken. Tot nu toe is in niet een van de gevallen een dader opgespoord.
Drie protestantse kerken in een maand tijd. „Zouden het moskeeën of synagogen zijn geweest –wat God en mensen verhoeden mogen–, dan was de verontwaardiging in heel Duitsland en daarbuiten groot geweest”, stelde redactiechef Wolfgang Polzer van de Duitse protestantse nieuwsdienst Idea gisteren in een scherp commentaar. „Tot nu blijft het echter relatief rustig. Waarom?”
Omdat de daders tot nu toe onvindbaar zijn, mogen we niet te snel met de vinger wijzen, aldus Polzer. Volgens bij de desbetreffende kerken betrokken verantwoordelijken moeten de brandstichters jonge raddraaiers zijn. Op deze manier is er inmiddels op veel meer plaatsen brand gesticht, zeggen zij: ook afvalcontainers en kinderwagens gingen in vlammen op. En in Garbsen maken twee jeugdbendes het stadsdeel ”Auf der Horst” onveilig.
Maar waarom tóch zo veel zwijgen? vraagt de Ideacommentator zich af. Is het angst voor rechts-extremisten, „die hun bruine soepje op de vlammen van de kerken koken?”
Hoe dan ook, stelt Polzer, „klare taal is nodig. De lands- en vrije kerken in Nedersaksen dienen zich gezamenlijk uit te spreken. Want hier worden niet alleen gebouwen zwaar beschadigd, maar is ook de godsdienstvrijheid in het geding. We mogen niet toestaan dat in Duitsland christenen, joden, moslims of aanhangers van welke andere religie dan ook hun bedehuizen door de politie moeten laten beschermen, zoals het in andere landen het geval is. In Egypte, Nigeria en Indonesië bijvoorbeeld.”