Ze bespraken volgens de officier wie ‘stage liep’ en wie ‘met pensioen ging’ en verdeelden de taken wie inbrak en wie er bij het politiebureau alles in de gaten hield.

Het OM verwacht tientallen inbraken te kunnen bewijzen, van in totaal 196 inbraken die tussen augustus 2012 en mei 2013 zijn onderzocht. Drie van de jongeren vallen onder minderjarigenstrafrecht. De zes jongens zijn 16 tot 20 jaar oud. Vrijdagmiddag beslist de rechtbank of zij hun rechtszaak in vrijheid mogen afwachten.

De inbraken werden in wisselende samenstelling gepleegd door groepsleden, aldus de officier. Van de ongeveer 50 jongeren die het OM als jeugdgroep in beeld had, zijn er nu 14 concreet verdacht van betrokkenheid bij de inbraken. Een van hen ook als kernlid.

De beschuldigingen tegen dit zestal dijen nog steeds uit en bevatten ook witwassen. Het OM verwacht dat de tenlasteleggingen straks per verdachte tussen de 3 en 26 strafbare feiten zullen vermelden. Als bewijs wil het OM onder andere stemherkenning, volgzendergegevens, telefoontaps en getuigenverklaringen gebruiken.

Op 11 oktober volgt een zitting over de stand van het onderzoek. In de week van 25 november volgen 4 dagen inhoudelijke behandeling.