Commentaar: Overheid investeert onvoldoende in het kind
Elk opvoedingshandboek raadt ouders aan te investeren in hun kinderen. Eigenlijk is dat een overbodig advies. Welke vader of moeder zou geen aandacht willen geven aan het eigen kroost?
Tegelijk wijst de praktijk uit dat het een zinvolle raadgeving is. De hulpverlening heeft dagwerk aan kinderen die thuis onvoldoende aandacht krijgen. En dan gaat het niet alleen om kinderen uit achterstandsgezinnen. Er is ook een aanzienlijk aantal jongeren dat komt uit welgestelde milieus. Ouders stellen dan andere prioriteiten dan ruim aandacht te geven aan de opvoeding. Terwijl iedereen weet dat een investering in je kind(eren) zich op termijn dubbel en dwars terugverdient.
Dat laatste geldt ook zeker voor de overheid. Niet voor niets wordt allerwegen gepleit voor bijvoorbeeld goed onderwijs aan kinderen. Pleidooien om daarvoor voldoende geld vrij te maken worden gehouden met het argument dat de komende generatie de kurk is waarop de samenleving moet drijven.
Dat argument speelde in het verleden ook mee bij de invoering van de kinderbijslag en andere kindregelingen. Het besef leefde dat een samenleving erbij gebaat is wanneer er voldoende kinderen worden geboren en dat die ook een betrekkelijk goede jeugd hebben. Vandaar dat de overheid ouders die zorgden voor kinderen financieel ondersteunde.
Inmiddels is wel duidelijk dat de regering fors het mes wil zetten in de verschillende kindregelingen. Een aantal wordt afgeschaft en de regelingen die overblijven worden ingeperkt. Meest in het oog springend voorbeeld van de laatste groep is het afbouwen van de hogere kinderbijslag voor kinderen die ouder zijn dan 6 of dan 12 jaar. Tussen nu en 2016 zal die worden teruggebracht naar het niveau voor kinderen die 5 jaar of jonger zijn. Dat is een forse aderlating die niet alleen maar vooral gevoeld zal worden in kinderrijke gezinnen.
Iedereen weet dat er fors bezuinigd moet worden. Duidelijk is ook dat elke Nederlander daar iets van zal voelen. Toch is het de grote vraag of deze maatregel verantwoord is. In ieder geval heeft de oppositie stevige kritiek op dit plan.
In vergelijking met andere Europese landen is Nederland een van de karigste als het gaat om inkomensondersteuning aan ouders. Aan kindregelingen wordt 1,3 procent van het nationaal inkomen besteed. Daarmee staat ons land in de top vijf van zuinigste landen. Alleen dat al geeft te denken.
Maar er is meer. De waarschuwingen dat ons land snel vergrijst en de bevolkingsaanwas onvoldoende is om die problematiek op te vangen, zou de overheid te denken moeten geven. Ook al leert de Bijbel ons dat kinderen een geschenk van de Schepper zijn, weten we dat vandaag de dag gezinsvorming voor veel mensen vooral een zaak van berekening en keuze is. Met deze beleidsvoornemens voert de regering feitelijk een ontmoedigingsbeleid om je als echtpaar in te spannen voor kinderen. Het krijgen van kinderen draagt immers bij aan het verhogen van je eigen financiële lasten. Daarom zou de overheid juist moeten bijspringen. Investeren in de kinderen is voor de overheid ook investeren in de toekomst.