Voorkom een hoge AWBZ-bijdrage
Alle Nederlandse ingezetenen zijn via de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) verzekerd voor bijzondere en langdurige zorgkosten in verband met een handicap, chronische ziekte of ouderdom.
In beginsel worden deze zorgkosten via inkomensheffingen betaald. Voor het verblijf in een AWBZ-instelling –zoals een verzorgingshuis, verpleeginrichting, instelling voor gehandicapten of psychiatrische instellingen– moet echter een eigen bijdrage worden betaald. Het Centraal Administratiekantoor (CAK) stelt deze bijdrage vast op basis van onder andere de persoonlijke situatie van de zorgvrager, inkomen, leeftijd, gezinssamenstelling en de vraag waar de AWBZ-zorg wordt genoten. Daarnaast wordt de eigen bijdrage sinds 1 januari 2013 verhoogd indien de zorgvrager vermogend is. De maandelijkse eigen bijdrage kan hierdoor oplopen tot 797,80 euro of zelfs 2189,20 euro (bedragen 2013).
De eigen bijdrage is gebaseerd op 8,5 procent van het bijdrageplichtige inkomen. Dit is het verzamelinkomen (het inkomen in box 1, 2 en 3 van de aangifte inkomstenbelasting) plus een extra 8 procent van het box 3-vermogen (inkomen uit sparen en beleggen). Er wordt gerekend met het inkomen van twee jaar geleden (het peiljaar).
Er is sprake van een box 3-vermogen als de bezittingen (banksaldi, beleggingen, (vakantie)-huizen) minus de schulden op 1 januari van het kalenderjaar meer bedragen dan 21.139 euro (bedrag 2013). Deze vrijstelling kan eventueel worden verhoogd met de ouderentoeslag tot maximaal 27.984 euro. Indien er sprake is van fiscale partners, dan geldt de vrijstelling tweemaal. De vrijstellingen mogen in elke gewenste verhouding worden toebedeeld aan beide partners.
De ministerraad heeft besloten dat personen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben en in een AWBZ-instelling verblijven, per 1 januari 2014 bij het bepalen van de eigen bijdrage een extra vrijstelling op het box 3-vermogen krijgen van 10.000 euro. Daarnaast is besloten dat uitkeringen voor letselschade niet meetellen bij het box 3-vermogen. Dit gebeurt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013.
Door de invloed van het box 3-vermogen kan het in bepaalde situaties verstandig zijn om rekening te houden met de veranderende regelgeving. Mogelijkheden om een hoge(re) eigen bijdrage (gedeeltelijk) te voorkomen zijn:
Schenken. Met toepassing van de vrijstellingen in de schenkbelasting kan (eventueel op papier) vermogen aan anderen worden overgedragen door middel van het doen van schenkingen. Dit verlaagt niet alleen het bijdrageplichtige inkomen, maar tevens de heffing van inkomstenbelasting en toekomstige erfbelasting.
Beleggen in vrijgestelde vermogensbestanddelen. Tot het box 3-vermogen worden niet gerekend beleggingen in kunst, boten, oldtimers, groenbeleggingen en dergelijke.
Testamentaire bepalingen aanpassen. Indien de langstlevende ouder een niet-opeisbare overbedelingsschuld heeft aan zijn/haar kind(eren), kan deze schuld worden omgezet in een opeisbare schuld. De schuld vermindert dan het box 3-vermogen van de langstlevende ouder.
Verzoek tot peiljaarverlegging.: Bij een sterk veranderende inkomens-/vermogenspositie kan onder voorwaarden en op verzoek bij het CAK het lagere vermogen in het zorgjaar in plaats van het hogere vermogen in het peiljaar (twee jaar geleden) als uitgangspunt worden genomen.
De auteur is werkzaam bij RSM Niehe Lancée Kooij Belastingadviseurs NV. Reageren? fiscaal@refdag.nl