Vissers eisen hom of kuit van Dijksma
De komende Europese verplichting om ook jonge visjes en ongewenste soorten aan land te brengen, stuit bij vissers op een muur van onbegrip. Volgens hen heeft het ministerie van Economische Zaken geen oog voor hun problemen. Als staatssecretaris Dijksma deze week geen hom of kuit geeft, trekken de visserijorganisaties de stekker uit een serie voorlichtingsbijeenkomsten.
Het leek zo’n mooi idee: laat de vissers zelf meedenken over het verminderen van ongewenste bijvangsten, de zogenoemde discards. In oktober start de inschrijving voor een subsidieregeling, die veelbelovende initiatieven moet ondersteunen. Tijdens een ”haventour” langs belangrijke vissersplaatsen mag iedereen ideeën aandragen. Maar bij de eerste bijeenkomst, zaterdag in Urk, sloeg de vlam al in de pan. Het onbegrip voor de komende Europese aanlandplicht (zie kader) zit diep. En de houding van het Nederlandse ministerie van Economische Zaken (EZ) roept vooral irritaties op.
De belangenorganisaties Nederlandse Vissersbond, VisNed (kottervissers) en RVZ (vereniging van reders van diepvriestrawlers) hebben maandag een brandbrief naar staatssecretaris Dijksma gestuurd. Ze willen nog deze week overleg, anders gaat de stekker uit de haventour. „Het heeft geen zin om met de vissers te praten als we hun niets kunnen bieden”, zegt Pim Visser, directeur van VisNed. „De haventour dreigt alleen een uitlaatklep voor opgekropte woede te worden.”
Acht weken geleden schreven de organisaties ook al een brief aan EZ, waarin ze aangaven te vrezen voor de toekomst van met name de kottervisserij. Het antwoord kwam pas afgelopen week en was teleurstellend. Visser: „Het dringt op het ministerie niet door dat de sector volledig in paniek is.”
Van suggesties uit de praktijk verzamelen kwam in Urk hoegenaamd niets terecht. „De stemming is wanhopig. Dat is heel zorgelijk. Zonder draagvlak dreigen we in dezelfde situatie als in de jaren 80 te komen”, zegt de VisNed-directeur.
Destijds leidde de verscherpte controle op de Europese vangstbeperkingen tot hevige botsingen tussen de vissers en de overheid. Pas toen de vissers zelf werden ingeschakeld bij het beheer van de quota, keerde de rust weer.
EZ-ambtenaar Judith Elsinghorst vertelt tijdens de haventour dat de overheid samen met de sector verder wil. Haar woorden waren in Urk olie op het vuur. „Iemand zei dat de visserij 25 jaar aan het lijntje van de overheid heeft gelopen en nu door diezelfde overheid de nek om wordt gedraaid”, blikt voorzitter Evert Jansen van innovatiecentrum Blueport Urk terug. De vier Blueports –regionale innovatiecentra voor de visserijsector– zijn gastheer tijdens de haventour.
Jansen kan de kritiek van de vissers, die het door een combinatie van dure olie en lage visprijzen toch al moeilijk hebben, wel begrijpen. Toch vindt hij dat de visserij met de overheid in gesprek moet blijven. „Het ministerie stelt in de subsidieregeling 3 miljoen euro beschikbaar. Dat geeft aan dat de overheid mee wil werken aan oplossingen.”
Durk van Tuinen van de Nederlandse Vissersbond schrijft mee aan het Masterplan Discardsvermindering. De visserijorganisaties willen daarin met concrete onderzoeksvoorstellen komen. Van Tuinen noemt de aanlandplicht een politiek stokpaardje dat niet leidt tot een meer duurzame visserij. De kosten voor de Nederlandse sector raamt hij op minstens 15 miljoen euro per jaar. De Vissersbond blijft zich dan ook verzetten. Tegelijk is het volgens Van Tuinen zaak dat de visserij zich op het onvermijdelijke voorbereidt. „Als we niets doen, loopt de visserij straks na zeven maanden vast omdat de quota op zijn. Het masterplan is bedoeld om de rek die er nog is te benutten.”
Bijvoorbeeld: als kan worden aangetoond dat jonge visjes die weer in zee teruggegooid zijn, dit overleven, dan is wellicht een ontheffing mogelijk. Tegelijk zegt Van Tuinen dat EZ op dit punt nog geen enkele concrete toezegging heeft gedaan.
Probleem is ook hoe die overlevingskans wetenschappelijk kan worden onderbouwd. Proeven waarbij gevangen vis in kooien weer in zee wordt gezet en daarna gevolgd, zijn nog maar pas gestart.
Al langer testen enkele vissersschepen technieken om vis al in het net te scheiden, zodat de ongewenste bijvangst alsnog kan ontsnappen. VisNed-voorman Visser zegt dat hiermee het percentage discards in drie jaar tijd met een kwart terug is gebracht. „Maar daarmee zijn we er nog lang niet.”
Andere punten waarop het masterplan insteekt zijn de vraag wat te doen met de (jonge) vis die straks niet voor consumptie mag worden gebruikt en het probleem van de controle. „Die moet betaalbaar blijven”, vindt Van Tuinen.
De haventour –als die tenminste doorgaat– doet vrijdag Den Helder aan en volgende week zaterdag Stellendam.
Europees visserijbeleid herzien
De aanlandplicht is onderdeel van het herziene visserijbeleid van de EU. Vissers mogen bijvangst (hele jonge visjes en onverkoopbare soorten) straks niet meer teruggooien in zee. De maatregel moet overbevissing tegengaan. Als eerste is in 2015 de zogenoemde pelagische visserij (haring, makreel en horsmakreel) aan de beurt. In 2016 volgt de kottervisserij op schol en tong, drie jaar later moet ook alle vis van minder belangrijke soorten aan wal worden gebracht.
Er komen quota voor alle vissoorten, ook waarvoor nu geen quota bestaan. Vissers vrezen dat de vangst van commercieel belangrijke soorten daardoor straks vroegtijdig geblokkeerd kan raken. De verplichte aanvoer van ondermaatse (jonge) vis –iets wat op dit moment verboden is– stuit de vissers eveneens tegen de borst. Die visjes hebben nu nog de kans uit te groeien tot volwassen exemplaren. Straks eindigen ze in de vismeelfabriek. Volgens de vissers brengt dit het herstel van de visstand juist in gevaar.