Matchfixing niet van vandaag of gisteren
RIJSWIJK (ANP). Manipuleren van sportwedstrijden is van alle tijden. Omdat al bij de eerste Olympische Spelen spelers verdacht werden van vals spelen, moesten ze een eed afleggen voor het standbeeld van de Griekse oppergod Zeus. De laatste jaren bleek dat matchfixing ook aan het voetbal niet is voorbijgegaan. Er is veel geld mee gemoeid. Dat bleek onder meer uit een onderzoek van de Europese opsporingsorganisatie Europol. Maar ook de UEFA kijkt al lange tijd naar de ongeoorloofde beïnvloeding van wedstrijden.
Matchfixing gebeurt in een schimmig circuit, waarbij ‘ondergronds’ niet alleen op uitslagen wordt gegokt, maar ook bijvoorbeeld op het aantal gele kaarten per wedstrijd, het aantal corners en wie het eerste doelpunt maakt. Regelmatig duiken geluiden op dat vooral Aziatische bendes er achter zitten. Zogeheten belchinezen geven vanuit stadions gegevens van de wedstrijden door. Over de manier waarop clubs en spelers worden benaderd om mee te doen aan de manipulatie, doen vele geruchten de ronde.
Een kijkje in het verleden leert dat vooral het Italiaanse voetbal zwaar besmet is. In 2006 kwam daar al een van de grootste schandalen ter wereld aan het licht. De lijntjes tussen clubs, scheidsrechters en zelfs politici bleken wel heel erg kort. Clubs kregen puntenaftrek en moesten in een lagere afdeling gaan spelen, zoals bijvoorbeeld kampioen Juventus. Ook wedstrijden in de Champions League bleken gemanipuleerd. Daarnaast gaat het waarschijnlijk ook om tientallen wedstrijden uit de Oostenrijkse, Sloveense en Kroatische competitie, die niet helemaal eerlijk zijn verlopen.