Het onderzoek is gebaseerd op de gegevens van bijna 790 renners die sinds 1947 aan de tour hebben meegedaan. In dat jaar vond de eerste editie na de Tweede Wereldoorlog plaats. Hoofdonderzoeker Xavier Jouven noemde het verschil met de gemiddelde Fransman ‘enorm’. Volgens hem bewijzen de resultaten dat artsen mensen veel meer moeten aansporen tot zware sportieve inspanningen.

De groep wielrenners heeft 33 procent minder kans om aan een hartaanval of hartinfarct te overlijden. De kans om aan kanker te sterven ligt 44 procent lager. De resultaten lijken erop te wijzen dat het gebruik van doping, dat in de jaren 90 in de professionele wielersport is opgedoken, geen negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid. Ten minste niet op de korte termijn.