De grootste brancheorganisatie voor tandartsen, de NMT, blijft wel betrokken bij het overleg, omdat het volgens haar „van belang is om op alle niveaus een vinger aan de pols te houden”. De NMT heeft bijna 8000 leden en vertegenwoordigt daarmee naar eigen zeggen een kleine 80 procent van de tandartsen in Nederland. De ANT heeft 1700 tot 1800 leden.

Begin vorig jaar begon een proef met vrije tarieven in de mondzorg. Die proef werd voortijdig stopgezet. Momenteel wordt door de NZa onderzoek gedaan naar de opbrengsten, productie, praktijkkosten en tijdsbesteding bij aanbieders van mondzorg. Met deze gegevens onderbouwt de NZa de tarieven voor de mondzorg voor volgend jaar.

De ANT wil dat er eerst wordt nagedacht over de visie op mondzorg en dan pas over de tarieven. Volgens de ANT is de huidige politieke opvatting dat doelmatigheid en goedkoper beter is. De tandartsen vrezen dat daardoor de Nederlandse mondzorg zal transformeren van wereldtop naar grauwe middelmaat.

De ANT zegt zich niet gehoord te voelen in haar kritiek op de manier waarop de klankbordgroep te werk gaat. De NZA spreekt deze kritiek tegen. „We luisteren wel degelijk naar de belangen van de ANT, maar daarnaast ook naar de belangen van de consumenten en de verzekeraars.”

Volgens de NZA heeft het geen gevolgen dat de ANT uit de besprekingen is gestapt. „Het onderzoek gaat gewoon door. Zij kiezen ervoor om niet meer mee te praten en hebben dus geen stem meer in de besprekingen”, constateert een woordvoerster. „De belangen van de mondzorgbranche worden nog steeds goed vertegenwoordigd.”

Wanneer de NZA klaar is met het onderzoek en de tarieven voor 2014 rond heeft, is nog niet duidelijk. „Maar dat is in ieder geval voor 2014”, verzekert een woordvoerster.