„Syrië is de grote tragedie van deze eeuw geworden - een schandelijke humanitaire ramp met lijden en ontheemding zonder weerga in de recente geschiedenis”, aldus António Guterres, de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN.

„De enige troost is de medemenselijkheid die wordt getoond door de buurlanden, door de levens van zo veel vluchtelingen te redden”, aldus Guterres.

De uittocht is voorlopig niet ten einde. Dagelijks steken volgens de Unhcr gemiddeld 5000 Syriërs de grens naar een buurland over. In Syrië zelf verblijven nog veel meer vluchtelingen: zo’n 4,25 miljoen mensen.

Ongeveer de helft van de vluchtelingen zijn kinderen. Bijna driekwart van hen is jonger dan 11 jaar. Slechts een deel van de gevluchte kinderen krijgt nog een beetje onderwijs, waardoor hulporganisaties waarschuwen voor een verloren generatie van kinderen die straks niet goed in staat zijn om Syrië weer op te bouwen.

Bijna alle vluchtelingen (ruim 97 procent) verblijven in de omringende landen. Het kleine Libanon (716.000) vangt de meesten van hen op, gevolgd door Jordanië (515.000), Turkije (460.000) en Irak (168.000). In Egypte, dat niet aan Syrië grenst, zijn 110.000 Syriërs opgevangen.

Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken scherpte vorige week het reisadvies voor Libanon aan, door niet-essentiële reizen naar het land af te raden. Staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie) zei in juni dat 150 vluchtelingen uit Syrië zich in Nederland vestigen. Dit jaar kunnen er 50 komen en volgend jaar nog eens 100.