De Democraat Obama heeft er tot verbazing van velen voor gekozen om politieke steun te werven voor zijn plannen voor beperkte aanvallen op Syrië, nadat hij daartoe had besloten.

In het centrum van de volksvertegenwoordiging, Capitol Hill, heersen volgens waarnemers in Washington grote twijfels over het nut van een aanval en over wat de regering ermee denkt te bereiken. McCain uitte die twijfels eerder ook, maar zei na een gesprek met Obama dat afwijzing van diens plan om militair toe te slaan, catastrofaal zou zijn voor de VS.

De Amerikaanse ministers van Buitenlandse Zaken, John Kerry, en van Defensie, Chuck Hagel, spreken dinsdag met senatoren over acties tegen Syrië. Obama ontvangt dinsdag onder anderen de Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, John Boehner.

Het Witte Huis is volgens een woordvoerder bereid de tekst van een eventuele resolutie die de president de door hem gewenste politieke steun voor militair ingrijpen geeft, aan te passen. Obama wil graag „een sterke basis voor actie. Het is goed voor onze democratie dat te verwerven”.

Obama heeft het niet echt nodig. Amerikaanse presidenten hebben volgens waarnemers zeker na de Tweede Wereldoorlog vaak zelf het initiatief genomen tot militaire acties zonder toestemming van het Congres, inclusief Obama in 2011. Toen stelde de regering nog dat toestemming niet nodig was, onder meer omdat de luchtaanvallen op Libië geen echte oorlog inhielden.

Kerry hield maandag Democratische partijgenoten voor dat ze voor „een München-moment” staan. Kerry verwees naar de conferentie in 1938 in München waar de destijds grote democratische mogendheden in Europa, het Britse Rijk en Frankrijk, voor de lieve vrede een confrontatie met de Duitse dictator Adolf Hitler uit de weg gingen.