Sinds het leger op 3 juli de Moslimbroeder Mohammed Morsi als president afzette zijn de leiders van de Broederschap opgejaagd wild. Honderden prominente leden zijn opgepakt en zitten vast, veelal op verdenking van het aanzetten tot geweld. Morsi zelf wordt sinds de machtsgreep van het leger vastgehouden op een geheime plaats.

De Autoriteit van Staatscommissarissen (SCA) verklaarde maandag dat de Moslimbroederschap buiten de wet om heeft geopereerd. Daarmee zou de beweging de titel van non-gouvernementele organisatie hebben verspeeld. De SCA adviseerde de bestuursrechter dan ook de Broederschap niet langer als ngo aan te merken. Haar hoofdkantoor in Caïro zou moeten worden gesloten.

De Moslimbroederschap bestaat al sinds 1928, maar was decennialang verboden en bleef noodgedwongen ondergronds. De beweging werd soms wat vrijheid gegund, maar de leiders moesten vaak vrezen voor arrestatie en jarenlange hechtenis. Na de val van de autocratische president Hosni Mubarak in 2011 kwam de beweging aan de macht en werd Moslimbroeder Morsi president; tot het leger ingreep.

Ook voor Morsi’s val moest zijn islamistische organisatie zich nog voortdurend voor de rechter verweren. Al haar hele bestaan is de status van de Moslimbroederschap onduidelijk. Dat nodigt tegenstanders keer op keer uit het bestaan en het handelen van de Broederschap voor de rechter aan te vechten.

De Moslimbroeders hoopten zich in maart dit jaar voortaan te vrijwaren van die aanvallen door hun beweging in te schrijven als non-gouvernementele organisatie. Maar de onduidelijke verhouding tussen hun nieuwbakken ngo en hun politieke partij bood tegenstanders nog genoeg munitie voor tal van rechtszaken. En die dreiging zal alleen maar toenemen als de Broederschap ook de erkenning als maatschappelijke organisatie weer verliest.

De rechtbank is niet verplicht zich iets van de aanbeveling van de SCA aan te trekken. Op 12 november buigt het hof zich weer over de zaak.