„Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus; door welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.”

Ik zal aan doemschuldige zondaren het kruis van Christus, als het enige middel van zaligheid, blijven verkondigen. Ik zal hen met tranen zoeken te bewegen tot het geloof in Christus en Die gekruist, al moest ik mijn leer met de marteldood bezegelen.

Door het kruis van Christus is de wereld voor mij en ben ik voor de wereld gekruisigd. Ik acht mijn leven niet dierbaar om het om Christus’ wil tot een drankoffer van dankbaarheid blijmoedig op te offeren. Ja, dit is mijn zucht tot God, dat Hij in het ogenblik van mijn sterven mij die genade en vermogens schenkt om deze roemtaal nog uit te kunnen galmen: „Het zij verre van mij dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus; door hetwelk de wereld mij gekruisigd is, en ik voor de wereld.”

Hieruit kunt u zien hoezeer mijn bestaan en roem verschilt van het bestaan en de roem van wetpredikers. Ik vraag u daarom: laat u toch niet verleiden door hen die u in de war maken en het Evangelie van Christus verdraaien onder de gedaante van godzaligheid. Blijf mijn leer –die ik van de Heere Jezus heb ontvangen– getrouw aankleven.

Christiaan Salomon Duitsch, voormalig rabbijn en predikant 
te Mijdrecht

(”De Geluksstaat”, 1779)