Buitenland

Aanhoudend geweld in CAR

BANGUI. In de hoofdstad van de Centraal-Afrikaanse Republiek, Bangui, zijn de afgelopen dagen honderden mensen uit hun huizen gevlucht na een aanval op aanhangers van de afgezette president François Bozizé. Het is al wekenlang uiterst onrustig in het West-Afrikaanse land. Er zijn inmiddels in totaal meer dan 260.000 mensen op de vlucht geslagen.

Redactie buitenland
30 August 2013 09:35Gewijzigd op 15 November 2020 05:33
Bangui. Foto EPA
Bangui. Foto EPA

Zwaarbewapende strijders van de Sélékacoalitie, die in maart de macht grepen, trokken deze week de Boy-Rabe-buurt in de hoofdstad binnen. In de buurt zouden veel aanhangers van de voormalige president wonen, die het land na de staatsgreep is ontvlucht. Een anonieme Sélékabevelhebber zegt dat de coalitie de instructie kreeg om de bevolking er te ontwapenen.

Donderdag vluchtten 5000 burgers naar de luchthaven van Bangui. Het is een van de weinige plekken in de stad die onder controle staan van de regionale vredesmissie.

Niet alleen in Bangui, maar ook in andere delen van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) is het uiterst onrustig. Soldaten van Séléka richten naar verluidt bloedbaden aan in afgelegen delen van het land. De voorman van Séléka, Michel Djotodia, werd vorige week geïnstalleerd als opvolger van oud-president Bozizé, maar hij heeft zijn manschappen duidelijk niet in de hand.

Ze worden beschuldigd van wreedheden tegen dorpelingen die zich tegen hen verzetten door zelfverdedigingsgroepen te vormen. Hun geweld concentreert zich rond de thuisbasis van Bozizé in het noordwesten.

„De internationale gemeenschap, waaronder de Afrikaanse landen, stelt zich tevreden met vergaderen, maar de situatie die zich hier ontvouwt is diep verontrustend: de rebellen zijn overal en ze zijn zwaarbewapend”, zei pater Aurelio Gazzera van hulporganisatie Caritas vorige week al tegenover persbureau AP.

De rebellen van Séléka lijken systematisch te werk te gaan. Zo trokken ze op een ochtend eind juli in alle vroegte het dorp Ouham Bac in het noorden van de CAR binnen. Ze gingen van huis tot huis, trapten deuren in scheidden de mannen van de vrouwen en kinderen. Ze namen de mannen mee en slachtten ze met machetes af, zeggen getuigen. De lichamen werden in een rivier gedumpt en het is niet precies bekend hoeveel slachtoffers er waren, maar het waren er zeker vijftien.

Een ander voorbeeld: bij een aanval in het zuiden brandden Sélékarebellen een heel dorp plat. Zeker 28 mensen kwamen om, maar volgens een lokale hulpgroep, Coheb, liggen er in de velden mogelijk nog tientallen lichamen te vergaan. „Op het platteland heerst nu een misselijkmakende stank”, staat in een rapport van Coheb.

De regering-Djotodia wilde niet op de aantijgingen reageren. Eerder wees de regering met een beschuldigende vinger naar andere gewapende groepen, die geen deel uitmaken van Séléka.

Door het geweld zijn binnen de CAR inmiddels meer dan 200.000 mensen op de vlucht geslagen. Nog eens 60.000 zijn naar buurlanden gevlucht, volgens schattingen van de UNHCR.

De CAR is sinds 1960 onafhankelijk van Frankrijk. Sindsdien is er in het land niet één ziekenhuis gebouwd van eigen geld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer