Blingbling pingping Ming: tentoonstelling Chinees porselein
Onder de naam ”Het mysterie Ming” heeft het Museum Princessehof in Leeuwarden een mooie tentoonstelling samengesteld van Chinees porselein uit de eigen depots. Slechts één vraag blijft onbeantwoord: wat is precies het mysterie?
De Princessehof stelde een aantal vragen aan de orde: Waarom is Mingporselein zo duur en wat is de reden dat we wel de Mingdynastie kennen en niet de Quingdynastie? Aan de hand van zo’n 200 zeldzame vazen, schotels en kannen wordt het verhaal verteld van de keizerlijke paleizen, de porseleinovens die alleen voor het hof mochten produceren, de gebruikte symbolen op het porselein, het procedé en over Nederlands grootste verzamelaar van Chinees porselein, Nanne Ottema (1874-1955). Een buitengewoon interessant verhaal, maar niet mysterieus. Hoogstens hebben de Chinese cultuur –zo anders dan de westerse–, de Chinese gebruiken en religieuze riten en symbolen iets vervreemdends.
Lichtheid
De geschiedenis van China verliep in dynastieën, de regeringsperioden van de keizers. Viel de oude dynastie uiteen, vanwege sociale conflicten, hongersnood of oorlog, dan bezette een nieuwe keizer de troon en begon een nieuwe. Hij gaf zijn dynastie een motto mee. In het geval van de Mingperiode waren het twee karaktertekens.
Voor de Mingdynastie heersten de Mongoliërs, met als bekendste keizer Ghenzi Khan. In 1368 kwamen de Han-Chinezen aan de macht, die zij drie eeuwen in handen hielden. Hun motto: lichtheid, uitgesproken als ming en geschreven in een combinatie van de karakters voor zon en maan. Tijdens de Mingdynastie (1368-1644), waarin 25 keizers regeerden, ontwikkelde zich een bloeiende, vooruitstrevende beschaving waarin technologie op een hoog peil stond.
Alleen de beste pottenbakkers en decoratieschilders werkten voor de keizerlijke ovens in Jingdezhen, nog steeds de grootste porseleinproducerende stad ter wereld. Wat uit deze ovens kwam, had slechts één bestemming: het keizerlijk hof.
Het keizerlijk porselein had niet alleen een hoge kwaliteit, maar ook een stempel, een geschilderd merkteken van meestal zes symbolen. Het geeft onder meer aan welke keizer regeerde toen het porselein werd gemaakt. Keizer Xuande (1426-1435) was de eerste die zo’n merk liet aanbrengen. Maar natuurlijk kwam er kaf onder het koren; vanaf de zestiende eeuw was veel porselein uit particuliere ovens voorzien van een nepteken. Er is veel meer nagemaakt Mingporselein dan echt.
De productie van porselein was enorm, niet alleen in de keizerlijke, maar ook in de particuliere ovens. Het porselein voor de lokale Chinese markt –vooral gebruiksvoorwerpen– en de buitenlandse afzet werden ook in Jingdezhen gemaakt. Gek genoeg is het porselein voor de gewone Chinezen erg zeldzaam geworden in dat land. Het was van weinig waarde, echt een gebruiksvoorwerp, en bijna alles is inmiddels kapot en verdwenen.
Statussymbool
Tijdens de Mingperiode werd er veel keramiek geëxporteerd. Vooral in Indonesië was het Mingporselein erg in trek. De markt voor Chinees porselein was divers: islamitische heersers op bijvoorbeeld Sumatra en Java kochten vooral verfijnd Chinees porselein als statussymbool. De inheemse volken op Borneo hadden een voorkeur voor grote potten (martavanen) en blauw-wit porselein.
De export van Mingporselein beperkte zich niet tot Zuidoost-Azië. De faam verspreidde zich steeds verder tot in het Westen. Portugezen, en later Hollanders, domineerden de handel met China en vervoerden in de zeventiende eeuw scheepsladingen porselein naar Europa.
De lange reis van Azië naar Europa liep niet altijd goed af. In een van de ruimten van de tentoonstelling is een porseleinvondst op de bodem van de zee uitgebeeld. Het VOC-schip De Witte Leeuw raakte in 1613 op de terugreis naar de Nederlanden slaags met een Portugees schip en zonk bij het eiland Sint-Helena in het zuiden van de Atlantische Oceaan. Pas bij berging in 1976 gaf het wrak zijn geheim prijs: een lading Chinees kraakporselein. Een naam die niets met de kwaliteit van de keramiek van doen had, maar alleen wees op de wijze van vervoer. De handelsschepen die de verbinding tussen Azië en Europa onderhielden, heetten in het Portugees carraca, wat in het Nederlands werd verbasterd tot ”kraak”.
Prijzig
Mingporselein is duur, vooral de stukken die afkomstig zijn uit de keizerlijke ovens. In 2011 werd een veilingrecord bereikt toen een Mingvaas bij Sotheby’s van de hand ging voor 21,6 miljoen dollar.
Als een van de eersten in Nederland bouwde de Friese notaris Nanne Ottema een indrukwekkende collectie keramiek op, waaronder veel Chinees porselein. In 1917 richtte Ottema Het Princessehof op, met zijn eigen collectie als basis.
De Friese notaris was zelf weinig reislustig, maar bouwde een netwerk op van contacten. Anderen gingen voor hem op zoek naar Chinees porselein, vooral in Nederlands-Indië. Zo legde hij de hand op mooi Chinees exportaardewerk, maar ook op keizerlijke stukken, waarvan een zeldzame drakenvaas nu een topstuk van het museum is.
Het vroegste Mingporselein van het hof kwam in Indonesië terecht als diplomatiek geschenk. Bij de productie van porselein voor de export sloten de Chinezen aan bij de wensen van de plaatselijke hoogwaardigheidsbekleders. Motieven en afbeeldingen doen daardoor soms on-Chinees aan.
Nederlanders in Indië verzamelden al Mingporselein sinds de VOC er in de zeventiende eeuw handelsposten had opgericht. Daarna taande de belangstelling.
Pas in de negentiende eeuw kwam er opnieuw vraag naar het antieke Chinese porselein. Behalve Ottema was Anne Tjibbes van der Meulen een bekende verzamelaar. Erg begrepen werden de collectionneurs niet. Van der Meulen verzuchtte eens: „Als ik ooit thuis kwam met mijn nieuwe koopjes die mij gelukkig maakten, dan weet ik dat mijn vrienden mij vaak dom en dwaas vonden. Zij kunnen wel niet beseffen wat mij die dingen waard zijn geweest. Zij werden aanleiding én aansporing tot studie en bezorgden mij een rijk leven.”
”Het mysterie Ming” is tot en met 5 januari te zien in Keramiekmuseum Het Princessehof in Leeuwarden. www.princessehof.nl