Kruisergernis
Galaten 6:14
„Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus; door welke de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.”
Konden zulke mensen, voor wie Christus’ kruis een ergernis en dwaasheid was, omdat die kruisleer zo lijnrecht indruiste tegen hun neigingen en begeerlijkheden, die hun zaligheid nog zochten en stelden in de eerste beginselen der wereld, meer geërgerd en verbitterd worden dan door Paulus? Hij was eertijds een lasteraar en vervolger van Christus? Nu horen zij hem in het kruis van Christus, dat bij hen vervloekt was, roemen en die leer zo aanprijzen. Met recht daarom hield Paulus het kruis, waarin hij zijn enige roem stelde, voor de grondoorzaak waardoor de wereld voor hem en hij voor de wereld gekruisigd was. Zij, die onder de gedaante van godzaligheid u de eerste beginselen der wereld, de onderhouding van Mozes’ wet en de besnijdenis pogen op te dringen, om te leven alsof u nog in de wereld was, zoeken niet uw zaligheid en uw heil te bevorderen. Neen, want zijzelf, die besneden zijn, kunnen die wet niet onderhouden, nog daardoor gerechtvaardigd worden! Daarom leggen zij u lasten op, die zij zelf niet dragen kunnen. Wat voordeel zouden dan dezen u kunnen toebrengen? Niemand zal door de werken der wet gerechtvaardigd worden. Maar zij zoeken hun eigen rust en hun eigen roem.
Christiaan Salomon Duitsch,
voormalig rabbijn en predikant te Mijdrecht
(”De geluksstaat”, 1799)