Binnenland

Debat over satire net ’echte’ televisie

Een uurtje onderhoudende televisie met af en toe een humoristisch bedoelde opmerking. Maar zonder enige pretenties.

ANP
11 November 2003 17:36Gewijzigd op 14 November 2020 00:43

„Is de minister–president nog steeds van mening dat hij niet goed wordt geïmiteerd", vroeg SP’er Vergeer. Tweede–Kamervoorzitter Weisglas: „Het woord is aan de enige echte minister–president".

Het altijd rechtstreeks op de buis uitgezonden politieke vragenuurtje was dinsdag opvallend luchtig van toon. Het onderwerp leende zich er blijkbaar goed voor: de door premier Balkenende bekritiseerde persiflages van leden van het Koninklijk Huis in programma’s als BBN’s Egoland.

Kwinkslagen, lachsalvo’s, een clownsneus en applaus in de Tweede Kamer. Net ’echte’ televisie. Van de harde kritische noten die enkele partijen maandag nog kraakten was in de politieke arena weinig meer over. Balkenende en minister Donner van Justitie wandelden freewheelend door het vooral gezellige debat. Na zijn laatste woorden viel de premier zelfs een applaus van de bomvolle publieke tribunes ten deel.

SP–Kamerlid Vergeer, initiatiefnemer van het debat, zette de toon door in haar vragen kwinkslag aan kwinkslag te rijgen. En ze had succes, getuige de talrijke lachsalvo’s van haar collega’s. Ze maakte de vergelijking met de Middeleeuwen, toen elke koning een hofnar had, die tot woede van de vorst soms veel te ver ging. „Maar we leven nu in een moderne democratie", hield ze de premier voor.

Op het verzoek van Vergeer om in te gaan op de kwaliteit van de imitaties van zijn persoon wilde Balkenende niet ingaan. „Ik ben geen beoordeelaar van satire. Dus geef ik geen antwoord op uw vraag." Vergeer: „Ik hoop dat alle bewindslieden zaterdag een feest der herkenning zullen hebben bij Kopspijkers." Balkenende: „Ik hoop dat u daar ook deel van zal uitmaken."

Ook minister Donner kwam fluitend door het debat, alhoewel velen de wenkbrauwen fronsten toen hij de Eerste Wereldoorlog er bij haalde. Vergeer vindt dat de bewindsman zich meer als televisierescencent heeft gedragen dan als hoeder van de wet. LFP–leider Herben concludeerde dat Donner, die waarschuwde voor verloedering, „de tekenenen des tijds niet verstaat. Zijn kritiek is 19e eeuws."

Om Donner „op de elfde van de elfde" uit de tent te lokken, zette Herben, tot afgrijzen van alles en iedereen, een vuurrode clownsneus op. „Is hier nu sprake van verloedering?" Balkenende: „Ik wil de heer Herben complimenteren met zijn neus".

De premier kreeg de Tweede Kamer wél aan het lachen. Ter ondersteuning van zijn pleidooi noemde hij twee voorbeelden van satire: Paul de Leeuw die ooit zangeres Anneke Grönloh tot de grond toe afbrande. En Youp van ’t Hek, die met zijn bespottingen het alcoholvrije biermerk Buckler om zeep hielp. Twee voorbeelden van satire die te ver zijn gegaan, vindt Balkenende. Hij keek tevreden terug op alle commotie van de afgelopen dagen. „Ik vroeg om een discussie en die is er gekomen."

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer