Nederland wil begin 2004 rapport relatie Suriname
Nederland heeft er bij Suriname op aangedrongen dat begin volgend jaar een rapport klaar is over 25 jaar ontwikkelingsrelatie met Suriname (1975–2000).
Drie jaar geleden hebben de twee ministers van Ontwikkelingsamenwerking daartoe opdracht gegeven. Minister De Hoop Scheffer (Buitenlandse Zaken) vindt dat het „ontzettend lang duurt". Hij zei dinsdag dat minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking), die onlangs op bezoek was in Suriname, de boodschap heeft overgebracht.
De Hoop Scheffer kreeg uit de Tweede Kamer vragen waarom een vermeend kritische studie van de Nederlandse hoogleraar Kruijt over die relatie met Suriname niet openbaar is gemaakt. Volgens hem is er geen sprake van „geheimzinnigdoenerij of censuur", maar ligt er slechts Kruijts „inbreng". „Er is geen rapport."
De afspraak is volgens De Hoop Scheffer dat Nederland en Suriname elk een onafhankelijke wetenschapper aanstellen, die hun rapport aan een onafhankelijk Surinaams–Nederlandse redactiegroep voorleggen en vervolgens aan de ministers van Ontwikkelingssamenwerking. Na hun fiat krijgt de Tweede Kamer het rapport.
De minister gaf toe dat de Surinaamse regering invloed heeft op dat eindrapport, maar bezwoer dat de vrijheid van wetenschappers niet in gevaar is.
D66–fractieleider Dittrich drong erop aan de „ongekuiste conceptrapport" aan de Kamer te geven. De minister weigerde dat. Volgens hem wil Nederland zich aan de afspraak houden, op een moment dat de relatie met Suriname juist in een rustiger vaarwater is gekomen. „Anders komt van de executie niets terecht", waarschuwde De Hoop Scheffer.