Kerk & religie

Ongehoorzaam

24 January 2002 08:21Gewijzigd op 13 November 2020 23:23

De zee werd hoe langer hoe ontstuimiger. Jona was, tot verwondering van het scheepsvolk, geheel onbekommerd en zonder vrees. Hij lag rustig te slapen. De opperschipper, die verbaasd was over zo’n ongevoeligheid, ging tot Jona en zei: „Wat is u, gij hardslapende!” Alsof hij zei: Man, wat is dat een slapen? Bent u versteend? Hebt u geen ontzag voor Gods weer en wind? Hoe kunt u zo ongevoelig zijn? Sta op, roep tot uw God. Misschien zal uw God nog aan u gedenken, opdat wij niet vergaan. Hoe droevig is het dat natuurlijke mensen zulke gebreken in Gods kinderen zien, en dan nog wel in een profeet van de levende God. Dat zij hem zo moeten toespreken. Jona is wakker gemaakt, hij hoort de bulderende wind en de woeste golven die het schip dreigen te vernielen. Maar Jona hoort meer. Hij hoort de stem van de Heere des hemels, Die hem had bevolen: „Maak u op, ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar…” Die stem had hij niet gehoorzaamd en die roept nu zijn slapende consciëntie wakker. Hij hoort als het ware de Heere zeggen: „Jona, wat ben je aan het doen, waar wil je heenvlieden voor Mijn aangezicht?” O, leer toch Mij gehoorzamen! Dat Jona zo’n stem gehoord heeft en het hoofd heeft gebogen, blijkt uit het vervolg. N. S. van Leeuwarden, lidmaat in Amsterdam(Godvreezende Zeeman, 1744)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer