Volgens de rebellen zijn daar afgelopen woensdag bij een aanval van de regering honderden mensen om het leven gekomen. Het Assad-bewind ontkent verantwoordelijk te zijn voor de aanval.

De VN-inspecteurs zijn al een week in Syrië om eerdere incidenten elders in het land te onderzoeken. VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon heeft hen zondag opdracht gegeven zich met prioriteit te richten op Ghouta, waar tot nu toe de meeste slachtoffers zijn gevallen door vermeend gebruik van gifgas.

In het belang van de veiligheid van de inspecteurs belooft de Syrische regering tijdens hun bezoek aan rebellenbolwerk Ghouta een staakt-het-vuren in acht te nemen.

In de missie is een tiental experts van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) in Den Haag opgenomen. Het gaat om een technische missie die moet onderzoeken òf er chemische wapens zijn gebruikt en die eventuele vondsten zal documenteren. Later wordt op diplomatiek en politiek niveau besproken wie eventueel chemische wapens heeft gebruikt.

Rusland waarschuwde zondag dat niet te snel geconcludeerd moet worden dat de Syrische regering het heeft gedaan. De VS daarentegen zeggen dat de eerste conclusies van hun onderzoek in die richting wijzen. Als de Syrische regering niets te verbergen had, zouden de VN-toezichthouders vijf dagen geleden al zijn toegelaten, aldus een woordvoerder van het Witte Huis zondag.

De Amerikaanse president Barack Obama en de Britse premier David Cameron hebben zaterdag in een telefoongesprek over ingrijpen gesproken. Concrete besluiten zijn niet genomen. Beiden verdenken het regime ervan verantwoordelijk te zijn voor de gifaanval. De Franse president François Hollande zei zondag dat hij dat ook denkt en bestraffing van de daders wil. Moskou waarschuwde zondag dat eenzijdige militaire actie tegen Syrië een „verwoestende uitwerking” zou hebben op de veiligheid in het Midden-Oosten.