Onrust rond studiefinanciering treft ook Bijbelschool de Wittenberg
ZEIST. Bijbelschool de Wittenberg in Zeist, die eind juni zijn veertigjarig bestaan vierde, begint het nieuwe schooljaar met minder studenten dan in voorgaande jaren. Onzekerheid rondom de invoering van het sociale leenstelsel speelt de school parten. Directeur Roel Kuipers vreest dat studenten in de toekomst geen vormingsjaar meer kunnen betalen.
Het interview met Kuipers heeft plaats in de luwte tussen de jubileumviering en het begin van het nieuwe schooljaar in september. Tot dusver tekenden ruim twintig mensen in voor het komende vormingsjaar en de bijbehorende leefgemeenschap. Tot enkele jaren geleden waren dat er gemiddeld ongeveer veertig.
Kuipers noemt het „ronduit vervelend” dat de onrust rond de studiefinanciering zo’n grote impact heeft op Bijbelscholen. „Ik vraag me af wat dit alles met jonge mensen doet. Ze staan op een kruispunt in hun leven en moeten belangrijke keuzes maken. Wanneer ze genoodzaakt worden om hun studie zelf te betalen, zal er minder of geen geld overblijven voor een tussenjaar, dat ook door henzelf bekostigd moet worden.”
De Bijbelschool –geen beroepsopleiding– wordt bezocht door een gevarieerd publiek. Een deel is afkomstig van de havo en het vwo, anderen voltooiden al een mbo- of hbo-opleiding.
Jongeren die voor een vormingsjaar kiezen, zegt Roel Kuipers, hebben een sterk verlangen te groeien in kennis van God en de Bijbel. Daarnaast willen ze graag in het dagelijks leven handen en voeten geven aan hun christen-zijn.
De Wittenberg sluit hierbij aan door te focussen op Bijbelse verdieping, missionaire toerusting en persoonlijke vorming. „We zijn ervan overtuigd dat je als christen van betekenis kunt zijn, al is het niet onze bedoeling alleen succesverhalen te vertellen. Met studenten willen we het dagelijks leven onder ogen zien. We leven in een gebroken wereld. Hoe kun je het daarin volhouden en op een natuurlijke manier je plaats innemen?”
In het lesprogramma probeert de Wittenberg jongeren bewust te maken van wat de samenleving nodig heeft. „We dagen hen uit om in onze gehaaste maatschappij tijd vrij te maken voor de ander, bijvoorbeeld. Of om tevreden te zijn met minder. Soberheid is een trend, maar ook een heel Bijbels principe.”
De Wittenberg onderscheidt zich als Bijbelschool doordat studenten een jaar lang een leefgemeenschap vormen. Zij krijgen een kamer in het monumentale gebouw aan de Krakelingweg in Zeist, eten samen en dragen zorg voor het pand.
„Een jaar lang leef je samen met mensen die je niet zelf hebt uitgekozen”, aldus de directeur. „Dat is vormend. Wat in de lessen ter sprake is geweest, komt daarbuiten op een natuurlijke manier terug. De leefgemeenschap is een oefenplek van christelijke normen en waarden. Je krijgt er oog voor sterke en zwakke kanten van jezelf en anderen.”
Ook het „grondige en gedegen” Bijbelonderwijs kenmerkt de Wittenberg, zegt hij, „mede dankzij de reformatorische traditie waarin de school wortelt.” Bestuur en docenten komen uit de breedte van de gereformeerde gezindte. Van de jongeren die de school bezoeken, is 75 procent afkomstig uit een protestants of reformatorisch milieu. Een kwart heeft een evangelische of baptistische achtergrond.
Kuipers: „We zijn niet gebonden aan één kerk. Dat is ergens ook een zwakte. Niemand is verantwoordelijk voor ons instituut. Wij investeren in jonge mensen en jonge mensen zijn van onschatbare waarde voor de kerk. Vaak gaan zij direct of indirect de kerk dienen.”
Omgekeerd kan de kerk helpen met gebed en financiële middelen en met visie op de toerusting van jongeren, aldus Kuipers.