De ontploffing bij de Al Taqwa-moskee in de wijk Al Zaherya vonden vrijwel op hetzelfde moment plaats als die bij het gebedshuis As Salam in de buurt Al Mina: aan het einde van het vrijdaggebed. „Er zijn in beide moskeeën veel slachtoffers, we hebben nog geen duidelijk idee van de precieze aantallen”, meldde een veiligheidsbron eerder. George Kettaneh, woordvoerder van het Libanese Rode Kruis, vreest dat het aantal slachtoffers nog verder oploopt.

Op de lokale televisie zijn dikke zwarte rookwolken boven de stad te zien. Op zender News TV noemde minister van Financiën Mohammad Safadi de aanslagen „barbaars” en „bedoeld om de groeiende conflicten tussen soennieten en sjiieten in Libanon te verergeren.” Het zijn de ergste en dodelijkste aanslagen in Tripoli sinds het einde van de Libanese burgeroorlog (1975-1990).

Na de aanslagen gingen boze mannen de straat op in Tripoli. Met geweren schoten ze in de lucht. Vlak bij beide moskeeën gooiden zij stenen naar Libanese soldaten die de locaties inspecteerden.

Salem al-Rifai, de imam van de Al Taqwa-moskee, staat erom bekend in zijn preken het regime van de Syrische president Bashar al-Assad te bekritiseren. Volgens het Libanese persbureau ANN bleef hij ongedeerd. Parlementslid Chalid al-Dahler zei in Libanese media niet uit te sluiten „dat het Syrische regime bij deze aanslagen betrokken is, zodat het bloedbad in Syrië niet meer in het middelpunt van de belangstelling staat.”

In de stad van bijna 200.000 inwoners in het noorden van Libanon was er eerder geweld tussen de groepen, die elkaar ook in buurland Syrië bestrijden. 80 kilometer verderop, in een voorstad van Beiroet, stierven vorige week 22 mensen, toen een autobom ontplofte.