Dat is een van de uitkomsten van een enquête, die donderdag in Apeldoorn is besproken door deputaten eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) en een delegatie van de Gereformeerde Bond.

De generale synode van de CGK sprak in 2010 haar teleurstelling uit over het geringe aantal plaatselijke contacten met gemeenten die behoren tot de Gereformeerde Bond. Deputaten eenheid kregen toen de opdracht onderzoek te doen naar de oorzaken daarvan. Om de eenheid te stimuleren, verzochten deputaten zeven „voorbeeldgemeenten” tot kanselruil te komen.

Uit de enquête blijkt onder meer dat de plaatselijke samenwerking maar langzaam op gang komt, zegt ds. W. van ’t Spijker uit Hilversum, voorzitter van het deputaatschap. „In Maarssen en Stadskanaal zijn er goede contacten, in andere gemeenten worden bijvoorbeeld gezamenlijke reformatieherdenkingen gehouden of diaconale projecten ondernomen. Er bestaat grote bereidheid om samen te werken, maar door volle agenda’s, tijdrovende procedures of cultuurverschillen komt het daar vaak niet van.”

Concrete cijfers over het aantal samenwerkende gemeenten kan ds. Van ’t Spijker nog niet geven. Deputaten werken nog aan hun rapportage aan de generale synode van de CGK, die volgende week begint. Dan staat het onderwerp opnieuw op de agenda.

Deputaten zullen de landelijke kerkvergadering vragen de samenwerking tussen christelijke gereformeerde kerken en Gereformeerde Bondsgemeenten nadrukkelijker te stimuleren en meer bekendheid te geven, zegt ds. Van ’t Spijker. „Aan de communicatie richting de kerken valt duidelijk nog wat te doen.”