Slagvelden WO I bevatten nog steeds beenderen
Terwijl op de voormalige slagvelden vandaag het einde wordt herdacht van de Eerste Wereldoorlog, 85 jaar geleden, zijn Belgische onderzoekers nog steeds bezig stoffelijke resten van gesneuvelde soldaten te identificeren.
Sinds een jaar geleden nieuwe opgravingen op Pilkem Ridge begonnen, zijn de resten van zeven soldaten gevonden.
Bij het gehucht Pilkem, in de buurt van Ieper, sneuvelden op 31 juli 1917 12.000 soldaten tijdens een veldslag die de Derde Slag om Ieper inluidde. Jaarlijks worden er in het westen van België nog zo’n dertig lichamen opgegraven, meestal door boeren die hun veld omploegen. Aan de „oogst van beenderen” lijkt geen einde te komen.
Vandaag vinden in Ieper en omstreken de traditionele vieringen plaats naar aanleiding van de wapenstilstand die op 11 november 1918 werd gesloten. De geallieerde troepen vochten in het kleine gebied achter de rivier de IJzer vier jaar lang een loopgravenoorlog uit waarbij in totaal 550.000 soldaten van het Britse, Franse, Belgische en Duitse leger omkwamen.
Tot de dag van vandaag spelen blazers van de Ieperse brandweer elke avond om acht uur onder de Menenpoort The Last Post, een trage melodie die het Britse leger gebruikte om het einde van de dag aan te kondigen. In de Menenpoort staan de namen van 55.000 Britse gesneuvelden gegraveerd wier lichamen nooit werden teruggevonden.
Marc Dewilde staat aan het hoofd van de opgravingen. Vrijdag nog vonden hij en zijn collega’s de resten van een Britse soldaat. Zijn identiteit wordt misschien nooit achterhaald, zegt Dewilde. Zijn team vond enkel de laarzen en de onderste helft van het skelet. Dat hij Brits was, kon afgeleid worden uit de knopen die aan overgebleven lapjes uniform zaten. Van de zes andere soldaten die het afgelopen jaar gevonden zijn, hebben Belgische en Britse onderzoekers er maar één kunnen identificeren.
De opgravingen bij Pilkem Ridge kunnen een race tegen de tijd worden als de Vlaamse regering het plan doorzet om dwars door het historische slagveld een snelweg aan te leggen. Een aantal organisaties voert campagne om het perceel een beschermde status te geven. Dewilde wil geld van de regering voor de oprichting van een permanente onderzoekscel over de Eerste Wereldoorlog om een stiefmoederlijke behandeling in de toekomst te voorkomen.
Volgens de regering is de verbinding nodig voor de plaatselijke economie. Bovendien, zo stelt de regering, is er tussen 1914 en 1918 in het hele gebied zoveel gevochten dat iedere route een slagveld zou doorkruisen.