Dat in weerwil van de kritiek die de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) krap een week geleden uitte over het register, omdat het de concurrentie buiten de deur zou houden.

Een woordvoerster van de ABU stelde dat de brancheorganisatie al langer een campagne had gepland. „Dat vorige week de NMa ons keurmerk ter discussie heeft gesteld, is voor ons juist reden geweest de campagne door te zetten. Zo onderschrijven wij dat we nog steeds achter onze werkwijze staan”, aldus de zegsvrouw.

Volgens de ABU is het keurmerk nodig voor goedwillende uitzendondernemingen om zich af te zetten tegen malafide loonbedrijven, die sinds de afschaffing van het vergunningenstelsel in 1998 flink in aantal zijn toegenomen. „Het kost ons imagoverlies en omzetderving”, betoogde de woordvoerster.

Het aantal ondernemingen dat zich niet houdt aan de wet- en regelgeving, schat de ABU op 8000. Hun productie raamt de brancheorganisatie op 120.000 tot 160.000 arbeidsjaren met een omzet van 4 tot 5,5 miljard euro.

„Over de ABU-campagne geven we geen mening”, aldus een woordvoerster van de NMa. Volgens haar heeft de kartelwaakhond op zich „ook niks tegen keurmerken” die brancheorganisaties hanteren. „Dan moeten alleen wel de criteria waaraan bedrijven getoetst worden open, transparant, non-discriminatoir en controleerbaar zijn. Keurmerken mogen niet misbruikt worden om de concurrentie buiten de deur te houden op basis van oneigenlijke gronden.”

De NMa stelde vorige week dat de ABU probeert met het zogeheten SFT-register onder meer buitenlandse bureaus van de Nederlandse markt te weren. De brancheorganisatie spreekt dit tegen en wijst erop dat de ABU-leden door een onafhankelijke organisatie worden gekeurd: de Vereniging Registratie Onderaannemers. De kartelwaakhond moet nog een definitief oordeel vellen en hoort daarvoor de komende tijd eerst nog de betrokken partijen.