Nauwelijks steun voor Balkenende over satire
Premier Balkenende en minister Donner van Justitie hebben de koningin met hun actie tegen ’platvloerse’ persiflages op het Koninklijk Huis „in de wind gezet". De campagne van het CDA–duo tegen tv–programma’s als Egoland en Kopspijkers werkt volkomen contraproductief, stelde PvdA–leider Bos maandag vast.
Bos schaarde zich met zijn opmerkingen onder het groeiende koor van criticasters van de opmerkingen die Balkenende en Donner de afgelopen dagen maakten over de satires op het Koninklijk Huis. Eerder distantieerden de vice–premiers Zalm (VVD) en De Graaf (D66) zich al van de oproep van de premier om terughoudend te zijn met satirische programma’s over leden van het Koninklijk Huis. D66–fractieleider Dittrich liet vrijdag al direct weten de opmerkingen van de premier „betuttelend" te vinden.
Volgens Bos heeft de premier met zijn oproep zelf het belang van de koningin geschaad. Hij maakt de koningin hiermee juist tot onderwerp van publiek debat. En dat is volgens hem de tweede keer in korte tijd dat de premier door onhandig optreden de koningin in de wind zet.
De PvdA’er begrijpt verder niet waar Balkenende het vandaan haalt dat burgers geen onderscheid kunnen maken tussen werkelijkheid en fictie. Satires op het Koninklijk Huis zijn volgens hem niet nieuw. Als het in een theater gebeurt is er niets aan de hand, maar nu komt het een keer op tv en is het plotseling wel erg, aldus Bos.
Volgens Zalm heeft Balkenende niet namens het kabinet gesproken. Hij gaf uiting aan zijn persoonlijke ergernis, maar „we hebben vrijdag niet afgesproken om ons als kabinet te ergeren", aldus de liberale voorman.
De Socialistische Partij wil de kwestie dinsdag tijdens het mondelinge vragenuur in de Tweede Kamer aan de orde stellen. Balkenende en Donner moeten uitleggen of zij nu wel of niet namens het kabinet hebben gesproken en waarom zij zich tegen de liberale tradities in met de inhoud van cultuuruitingen zijn gaan bemoeien.
Het CDA reageerde nog het meest gematigd. Volgens het Kamerlid Atsma heeft Balkenende alleen uiting willen geven aan zijn zorg over de positie van het Koninklijk huis. Het CDA heeft er geen moeite mee als hij die zorg aan de orde wil stellen, daar is volgens Atsma ook moed en durf voor nodig. Wat niet kan is dat de vrijheid van meningsuiting in het geding komt, maar dat was volgens Atsma niet de opzet van de premier. De huidige commotie vindt hij dan ook buiten proporties.
Het genootschap van hoofdredacteuren heeft inmiddels minister Donner uitgenodigd voor een gesprek. Donner gooide er zondag nog een schepje bovenop door serieuze kranten te betichten van ’lynchpartijen’ in hun recente berichtgeving rond het Koninklijk Huis. Het beroep van Donner op de media om de toon over het Koninklijk Huis te matigen bestempelde voorzitter Broertjes van het genootschap echter als een „kansloze missie".
Onder de bevolking is de actie van Balkenende en Donner evenmin goed gevallen. Uit een onderzoek van Maurice de Hond voor het SBS6–programma Stem van Nederland, bleek dat tweederde van de ondervraagden het niet eens was met de oproep van de premier.
Balkenende zelf hulde zich maandag in stilzwijgen. Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst zal de premier pas dinsdagmiddag tijdens het mondelinge vragenuur in de Kamer weer van zich laten horen in deze kwestie.