Buitenland

Libanezen vrezen dat Syrisch conflict overslaat

In Libanon geloven nog maar weinigen dat het land ontkomt aan het Syrische conflict. Een aanslag als van vorige week in Beiroet roept bij Libanese ouderen herinneringen op aan de burgeroorlog.

Martin Janssen
19 August 2013 17:48Gewijzigd op 15 November 2020 05:22
Een autobom in de Libanese hoofdstad Beiroet kostte donderdag zeker 22 mensen het leven. Analisten vrezen dat Libanon op deze manier kan worden meegesleurd in het Syrische conflict. Dat zou in het land een nieuwe burgeroorlog kunnen inhouden. Beeld EPA
Een autobom in de Libanese hoofdstad Beiroet kostte donderdag zeker 22 mensen het leven. Analisten vrezen dat Libanon op deze manier kan worden meegesleurd in het Syrische conflict. Dat zou in het land een nieuwe burgeroorlog kunnen inhouden. Beeld EPA

Voor de tweede keer in minder dan een maand tijd werden de zuidelijke wijken van de Libanese hoofdstad Beiroet donderdag getroffen door een zware explosie, die tientallen mensen het leven kostte. De Libanese autoriteiten blijken er ernstig rekening mee te houden dat het om een zelfmoordaanslag ging. Sommige kranten schreven over de „irakisering” van Libanon.

In de zuidelijke wijken van Beiroet wonen zo’n half miljoen Libanese sjiieten. Het gebied staat onder de directe controle van de sjiitische Hezbollah. In Libanon twijfelt daarom niemand eraan dat de aanslag van donderdag gericht was tegen Hezbollah als vergelding voor de rol die deze partij speelt in de Syrische burgeroorlog. Op de dag van de aanslag kon daarom niet langer worden ontkend dat het bloedige Syrische conflict de straten en pleinen van Beiroet had bereikt, waarmee de vrees van vele Libanezen werkelijkheid werd.

In de uren die volgden op de aanslag werd bovendien op pijnlijke wijze duidelijk hoe diep de sektarische haat in de Libanese samenleving had wortel geschoten. Terwijl in het zuiden van Beiroet sjiitische Libanezen wanhopig probeerden overlevenden onder het puin vandaan te halen, gingen soennitische Libanezen in de noordelijke stad Tripoli juichend de straat op. Ze schoten in de lucht om uiting te geven aan hun vreugde over de geslaagde aanslag op de sjiieten in Beiroet.

Sommige Libanese analisten speculeren openlijk over de mogelijkheid dat hun land kan veranderen in een slagveld waarop de door Iran gesteunde sjiitische Hezbollah oorlog zal voeren met de soennitische terreurbeweging al-Qaida. De aanslag van vorige week wordt in dit verband gezien als een sinistere voorbode van wat Libanon wellicht te wachten staat.

Twee weken voor de explosie was er op verschillende jihadistische websites een boodschap verschenen van Ayman al-Zawahiri, de leider van al-Qaida. Zawahiri opende hierin frontaal de aanval op Hezbollah en dreigde met bloedige vergeldingsacties. Er waren indicaties dat de aan­wezigheid van Hezbollahstrijders in de Syrische burgeroorlog tot verdeeldheid had geleid onder Libanese sjiieten.

Ook sommige kopstukken binnen de Hezbollahbeweging twijfelden openlijk aan de wijsheid van het besluit om in Syrië aan de zijde van het leger te vechten. De bloedige aanslag van vorige week was vrijwel zeker het werk van radicale salafisten, die hiermee Hezbollah wilden dwingen zijn standpunt inzake Syrië te ver­anderen, omdat de Libanese sjiieten anders een dure prijs zouden betalen in hun eigen land.

Kantoren

Het lijkt er echter op dat aanslagen zoals deze precies het tegenovergestelde bewerken. Deze aanslag was niet gericht op kantoren of leidinggevende personen van Hezbollah, maar trof gewone sjiitische burgers.

De Libanese sjiieten voelen zich steeds meer bedreigd als geloofsgemeenschap en in deze situatie verstomt alle eventuele kritiek op hun leiders. In hun ogen lijken de aanslagen namelijk het gelijk te bewijzen van Hezbollah­leider Nasrallah, die voortdurend stelt dat Hezbollahstrijders in Syrië óók strijden om de Libanese 
sjiieten te beschermen. Een al-Qaidastaat in buurland Syrië zou een levensgevaarlijk risico vormen voor de existentie en 
het voortbestaan van de sjiieten als geloofsgemeenschap in Libanon.

De dag na de aanslag hield Hezbollahleider Nasrallah een vlammende toespraak waarin hij alle registers opentrok. Hij stelde radicale salafisten (de ”takfiris”) verantwoordelijk voor de aanslag en maakte duidelijk dat deze de vastberadenheid van Hezbollah om de strijd in Syrië voort te zetten slechts had versterkt. Nasrallah zei letterlijk dat de totale Hezbollah, inclusief hijzelf, naar Syrië zouden gaan indien de omstandigheden dat noodzakelijk maakten.

Het Libanese leger is ondertussen in de hoogste staat van paraatheid gebracht. In Libanon geloven slechts weinigen dat hun politici erin zullen slagen te voorkomen dat het land wordt meegesleurd in de Syrische burger­oorlog. De bloedige beelden van de aanslag van vorige week hennen bij de oudere generaties Libanezen de verschrikkingen van de burgeroorlog in het land opnieuw in herinnering gebracht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer