Kruisroem
Galaten 6:14
„Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus; door welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.”
Paulus legt er de nadruk op om bijzonder te roemen in het kruis van onze Heere Jezus Christus. Hierdoor geeft hij aan dat hij en zijn medegelovigen door goddelijke genade deel hebben gekregen aan het kruislijden van Christus en al de zalige vruchten ervan. Daarom wenst hij al zijn heil en al zijn roem alleen in het kruis te stellen.
De apostel wil, zo lijkt mij, zeggen: „Ik stel niet alleen mijn enige roem, zoals veel mondchristenen doen, in het kruis van Jezus Christus, de enige en volkomen Zaligmaker, de Gezalfde van de Heere, de grote Profeet, barmhartige Hogepriester en Koning der koningen.
Nee, ik stel mijn enige roem in het kruis van Jezus Christus onze Heere. Hij heeft mij en u, die van nature vloekwaardige en doemschuldige zondaars zijn, tot Zijn eigendom gekocht door Zijn dierbaar bloed. Dat bloed is door Christus in Gethsémané en op Golgotha aan het vervloekte kruishout gestort.
Hij verloste ons van de toorn van God, van de vloek der wet, van de heerschappij van de zonde, en uit de macht van de satan.”
Christiaan Salomon Duitsch, voormalig rabbijn en predikant te Mijdrecht
(”De geluksstaat”, 1779)