De Dow-Jonesindex noteerde aan het slot van de handel 0,2 procent lager op 15.081,47 punten. De brede S&P 500 zakte 0,3 procent tot 1655,83 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq daalde 0,1 procent tot 3602,77 punten.

Donderdag gingen de beurzen op Wall Street flink omlaag, na tegenvallende berichten van detailhandelsgigant Wal-Mart en netwerkbouwer Cisco Systems. Ook waren er opnieuw zorgen over het tempo waarin de Federal Reserve zijn steunprogramma voor de Amerikaanse economie zal afbouwen.

De index van de Universiteit van Michigan die het consumentenvertrouwen weergeeft, kwam in augustus uit op een voorlopige stand van 80, tegen 85,1 een maand eerder. Economen hadden op een niveau van 85,2 gerekend. In juli stond het Amerikaanse consumentenvertrouwen nog op het hoogste punt in 6 jaar. Amerikanen maken zich zorgen over de stijgende hypotheekrente en vrezen dat daardoor het herstel op de huizenmarkt in de VS in gevaar wordt gebracht.

Verder werd bekend dat het aantal in aanbouw genomen huizen in de VS in juli is gestegen tot 896.000 op jaarbasis. De stijging was licht lager dan verwacht. Economen gingen uit van 900.000 woningen. Het aantal afgegeven bouwvergunningen bedroeg vorige maand 943.000. Hier werd een aantal van 945.000 verwacht.

Detailhandelaar Nordstrom leverde 4,9 procent in, na een verlaging van de verwachtingen voor het hele jaar.

Aluminiumconcern Alcoa ging 0,5 procent omlaag door een afwaardering van Bank of America.

Softwarebedrijf Aspen Technology sprong bijna 8 procent omhoog dankzij beter dan verwachte omzetcijfers.

De euro was 1,3335 dollar waard, tegen 1,3324 dollar bij het slot van de Europese beurzen. De prijs van Amerikaanse olie steeg 0,4 procent naar 107,77 dollar per vat. Brentolie werd 0,9 procent duurder.