Binnenland

„Maakbaarheidsdenken leeft volop anno 2003”

Het maakbaarheidsdenken van de jaren ’70 leeft anno 2003 nog volop. Alleen zijn er andere namen voor bedacht. Dat zei drs. ir. R. Nijhoff, werkzaam bij het Instituut voor CultuurEthiek, zaterdag op een congres in Ede over ”Geloven in een maakbare wereld”. Nijhoff was een van de drie sprekers op de bijeenkomst die was georganiseerd door RRQR, de reünistenorganisatie van de studentenvereniging CSFR.

Van onze verslaggever
10 November 2003 09:25Gewijzigd op 14 November 2020 00:42

Marktwerking en een levensloopregeling zijn moderne, liberale varianten van het werken aan een maakbare samenleving, aldus Nijhoff tijdens zijn lezing. „Binnen kerken zie je een vorm van maakbaarheidsdenken bij kwesties als het opstellen van beleidsplannen en het maken van plannen voor gemeentegroei en -opbouw.” Daartegenover staat het bijbelse kader van zorg tegenover het machtsdenken van de mens. „De mens draagt zorg voor een van God ontvangen taak. Zorg om te handelen zoals de eigenaar het ook zou doen met zijn bezit. De mens maakt echter zelf nieuwe elementen. Dit maken of namaken blijft echter vormgeving van gegeven materiaal. Hoe complexer echter, hoe lastiger het wordt. Dat zien we bij gentechnologie.”

De moderne wetenschap zet zich af tegen de gedachte dat God de wereld geschapen heeft en de mens rentmeester is. Dat leidt er volgens Nijhoff toe dat het doen en het denken verstoord worden. Terwijl christenen best met behoud van hun levensovertuiging kunnen omgaan met moderne techniek. „God zond zijn Zoon naar deze aarde, Zijn leven werd de dood te sterk. Dit dringt niet alleen door tot zielen, maar ook tot denken, doen en laten. Er zijn mensen die weer zorgzaam worden, verantwoordelijkheid nemen onder een zorgzame God. Dat is beantwoorden aan de vraag van God.”

Prof. dr. D. F. Swaab, directeur van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek van de Universiteit Amsterdam, stelde in zijn lezing dat de mens juist steeds beter in staat is om dingen uit de natuur na te maken. Swaab, zelf atheïst, wees onder meer op de scheikundige Christian de Duve, die in zijn werken probeert uit te leggen hoe het leven stapsgewijs zou zijn ontstaan uit stofdeeltjes. „Om zijn redenering te bewijzen zijn mensen nu bezig om in laboratoria de eenvoudigste vormen van leven te maken, zoals bacteriën en virussen.”

De hoogleraar stelt vast dat voor de geboorte biologisch al voor een groot deel het karakter en de eigenschappen van een mens zijn vastgelegd in de hersenen. De ontwikkeling daarvan gaat door tot in het vierde levensjaar. In het brein zijn volgens de hypothese van Swaab 100 miljard neuronen verantwoordelijk voor de vorming van de mens tot wat hij is.

Swaab noemt homoseksualiteit en transseksualiteit zaken die zijn aan te tonen in de hersenen van mensen. Vanwege het innemen van dat standpunt werd hij in de jaren ’80 zwaar bekritiseerd door homo-organisaties. Die vonden dat homoseksualiteit iets is waarvoor je kiest, maar dat is volgens Swaab zelden het geval. „Hersenen van trans- en homoseksuelen blijken afwijkingen te hebben ten opzichte van het normale beeld. Bovendien blijkt die structuur overeen te komen met hoe men zich voelt.”

Prof. dr. E. Schuurman, hoogleraar reformatorische wijsbegeerte, wees er in zijn coreferaat op dat een technische wereldbeschouwing als die van Swaab het wezen van het christelijk geloof kan aantasten. „Dat begint met beïnvloeding van het menselijk bewustzijn. Het veelvuldig gebruik van ict maakt mensen moeilijker bereikbaar voor het geloof. Internet en tv-kerk hebben het risico in zich dat kerkleden steeds minder lid worden van een geloofsgemeenschap. De gelovige individualiseert. De mens gaat zich steeds meer afhankelijk maken van de techniek. De mens wordt heer en meester of stuurman. Ik heb de indruk dat dit bij veel kerkmensen gebeurt zonder dat ze er zelf erg in hebben.”

Toch sluit een christelijke wereldbeschouwing ruimte voor wetenschap en techniek niet uit, aldus Schuurman. „Ik heb geen moeite met de resultaten van het moderne hersenonderzoek. Ik zeg eerlijk: Er zijn gegevens die mij in verlegenheid brengen. Maar voor het merendeel zeg ik: Het kan ingevoegd worden in mijn christelijke levensbeschouwing. Maar die levensbeschouwing is veel ingewikkelder dan de materialistische. Een ’gepland’ kind kan worden gezien als het resultaat van menselijk technisch handelen, maar desondanks ook als een gave van God. Christenen moeten daarom een antwoord weten te geven op moderne technische ontwikkelingen op een wijze die geloof, wetenschap en technische ontwikkelingen met elkaar verbindt.” Voor wetenschappers zoals Swaab zal dat moeilijk te verteren zijn, denkt Schuurman. „Vooronderstellingen ontnemen hem de mogelijkheid om de christelijke wereldinterpretatie te snappen.”

Swaab zegt echter gedreven te worden door nieuwsgierigheid. „Dat is de drijvende kracht van mijn visie. Maar daar zit ook het verschil met religie: mensen met religie weten hoe het zit, anderen willen weten hoe het zit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer