Dijsselbloem zei dat het kabinet niet extra gaat bezuinigen, bovenop de al eerder aangekondigde 6 miljard euro. Het kabinet zal volgens hem niet „blind” of „dogmatisch” achter de EU-norm van een begrotingstekort van maximaal 3 procent aan jagen, maar „een stap zetten” om de begroting op orde te krijgen, met oog op economisch herstel.

Het bezuinigingspakket wordt een combinatie van „slimme besparingen bij de overheid en zo min mogelijk lastenverhogingen, maar wel zo dat werken blijft lonen en bedrijven gestimuleerd worden te investeren”.

De PvdA-minister kondigde ook aan dat het kabinet op Prinsjesdag ook wil komen met een stimuleringspakket en met nieuwe maatregelen om de woningmarkt los te trekken. De situatie op de huizenmarkt is volgens hem het belangrijkste probleem van Nederland op dit moment; het remt het economische herstel erg. De problematiek heeft ook „een geweldig negatief effect op het consumentenvertrouwen”.

Het kabinet nam al eerder maatregelen om de woningmarkt los te trekken, maar toch zit die nog „volledig in het slop”, aldus Dijsselbloem. „De structurele problemen hadden veel eerder moeten worden aangepakt. De genomen maatregelen hebben ten dele tijd nodig, maar we zullen ook met extra plannen komen. Veel gezinnen met een hypotheek staan nu onder water. Daar zullen we op terugkomen.”

Bij het stimuleringspakket gaat het niet om miljarden van de overheid, want die zijn er volgens Dijsselbloem niet. Het kabinet wil met onder meer fiscale maatregelen pensioenfondsen en burgers verleiden om hun vermogen in Nederland te investeren. Garanties dat dat daadwerkelijk lukt, kan hij niet geven.

„Er zijn vermogens beschikbaar die in het buitenland zijn geïnvesteerd, of helemaal niet. Die gewoon zijn gestald. Dat doen we in Nederland heel veel; we zijn goed in sparen en potjes vormen. Als we dat geld kunnen losmaken door de fiscale behandeling te veranderen, kan dat een geweldige stimulans zijn voor de economie.”