Binnenland

Het hbo in de achterste wagon

„Bij de omvorming van het hoger onderwijs naar het bachelor/mastersysteem zitten de hogescholen in de achterste wagon van de trein. Ze staan op achterstand, ook als het gaat om de bekostiging. Wie op de universiteit zijn master haalt, krijgt een studiebeurs. Wie het op een hogeschool doet, mag dat jaar zelf betalen.”

Van onze onderwijsredactie
30 October 2001 15:20Gewijzigd op 13 November 2020 23:15

Die kritiek uitte oud-staatssecretaris dr. N. J. Ginjaar-Maas gisteren tijdens het vijfde Nationaal Onderwijscongres in Ede. Ginjaar is voorzitter van de raad van toezicht van Hogeschool Zeeland en lid van de Onderwijsraad.

De hogescholen gaan het bij de stelselwijziging moeilijk krijgen, vreest de voormalige bewindsvrouw. „Ik zou willen dat we één soort hoger onderwijs hadden, maar de scheiding tussen hbo en universiteit ligt in Nederland zo scherp, dat ik wel eens denk dat ze nooit bij elkaar zullen komen.” Fusies tussen universiteiten en hogescholen worden in de ene stad of streek omarmd, maar in de andere resoluut van de hand gewezen.

Nieuw stelsel
De Europese regeringen zijn met man en macht bezig de afspraken gestalte te geven die enkele jaren geleden in Bologna gemaakt zijn over het gelijkschakelen van het hoger onderwijs in Europa. De opleidingen moeten met elkaar vergelijkbaar zijn, waardoor de mobiliteit van studenten tussen scholen en landen groter zal worden. Daarin past de invoering van het bachelor/masterstelsel (bama). De regeringen hebben afgesproken in september 2003 in Berlijn de balans op te maken.

Die vergelijkbaarheid van opleidingen is een illusie, vindt Ginjaar. Mr. P. van der Hijden, onderwijsambtenaar bij de Europese Commissie, relativeert die negatieve verwachting. „Als opleidingen over de grens met andere opleidingen gaan praten, blijken de overeenkomsten vaak opvallend groot te zijn.”

Accreditatie
Binnen het streven naar vergelijkbaarheid past het evalueren van scholen door ’keurmeesters’ van buitenaf, zelfs van over de grens. Eens in de vijf jaar zullen alle opleidingen een toets doorlopen die bepaalt of ze het kwaliteitskeurmerk krijgen. Alleen universiteiten en hogescholen met dit keurmerk worden straks nog door de overheid bekostigd en mogen diploma’s uitreiken. Studenten kunnen ook alleen recht op studiefinanciering claimen als ze aan een opleiding ingeschreven staan die het keurmerk heeft gekregen. Inmiddels ligt er een wetsvoorstel voor de invoering van dit zogeheten accrediteringsstelsel bij het Nederlandse parlement. Het is gebaseerd op het rapport ”Prikkelen, presteren, profileren” van de commissie-Franssen.

De accreditatie is in ons land geaccepteerd, maar buiten Nederland wordt er nog hevig over gediscussieerd, aldus Van der Hijden. „Men vreest een bigbrother-mentaliteit.” Ginjaar pleitte ervoor accreditatie niet als een bedreiging te zien, maar als een uitdaging om de kwaliteit van de school te verbeteren.

Levenslang
Van der Hijden noemt levenslang leren een hoofdpunt van het Europese onderwijsbeleid. De Europese Commissie is proefprojecten gestart waarbij ook studiepunten worden toegekend voor ervaring die buiten het reguliere schoolsysteem is opgedaan.

Volgens Ginjaar zijn de Nederlandse hogescholen op dit moment nog lang niet flexibel genoeg om ruimte te bieden aan het levenslang leren, waarbij mensen op elk gewenst moment kunnen instappen en een certificaat kunnen halen. Ook de nagestreefde transparantie van opleidingen, waarbij studenten aan het begin precies weten wat hun te wachten staat, noemt de oud-staatssecretaris een illusie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer