Op zoek naar typisch Drentse stenen
BORGER. Zoals hunebedden en keiwegen bij Drenthe horen, passen ook de zogeheten vakstenen op hoeken van bospercelen bij de historie van deze groene provincie. Vrijwilligers van de boswachterij Gieten-Borger zorgen ervoor dat de keien weer in ere worden hersteld. Oude tijden herleven.
De vakstenen, typerend voor Drenthe, zijn het werk van de bosontginners van weleer. Begin vorige eeuw waren er in Drenthe uitgestrekte heidevelden. Vanwege de grote werkloosheid en de behoefte aan hout voor onder andere de mijnbouw werden deze woeste gronden ontgonnen om er bos van te maken. Er kwamen veel stenen afkomstig uit de ijstijd naar boven. De ontginners gebruikten deze Drentse keien om de bosvakken te markeren. Op de stenen schreven ze het nummer van het perceel.
De 2500 hectare grote boswachterij Gieten-Borger, gelegen op de Drentse Hondsrug, heeft in totaal 240 vakken van ongeveer 300 bij 300 meter. Op elke hoek hoort een zwerfkei te liggen met het vaknummer. Het gaat om bijna duizend keien.
Vijftien jaar geleden kregen de stenen voor het laatst een opknapbeurt. Financieel kon de boswachterij dit toen nog net redden. Daarna werden de kenmerkende Drentse keien aan hun lot overgelaten. Vele zijn weg, verzakt, overwoekerd of verfloos geworden.
Ook Staatsbosbeheer heeft niet de financiële middelen om de vakstenen in ere te herstellen. „Daarom hebben we onze groep van acht vrijwilligers gevraagd dit te doen”, zegt Henk Wiechers, coördinator vrijwilligers Hondsrug van Staatsbosbeheer. „In mei zijn ze gestart en we hopen dat medio 2015 alle stenen er weer goed bij liggen.”
Eens in de twee weken gaat de groep, gewapend met schoonmaakspullen en verf, het bosgebied in om keien te zoeken, te reinigen en een wit vlak aan te brengen met daarin een duidelijk zwart nummer. Tijdens deze zomermaanden gaan ze zelfs elke maandag op pad. De groep vindt het „leuk en vooral ook dankbaar werk, omdat je de geschiedenis levend houdt.”