Oog voor onderscheiden werkingen van de Geest
„Wat hebben Gods kinderen veel aan de Heilige Geest te danken!” zo besloot ds. C. Harinck zijn inleiding op de bondsdag van de Bond van mannenverenigingen der Gereformeerde Gemeenten, zaterdag in Woerden. „Hij is de Werker, Beschermer en Voleinder van het leven Gods in de ziel.”
„Wie daar oog voor krijgt”, zei de emeritus predikant, „krijgt tegelijk oog voor Zijn persoon en liefde. Dan wordt de Heilige Geest een werkelijkheid voor ons. Dan gaan we Hem liefhebben, eren en aanbidden. Dan krijgen we ook een onderscheiden kennis van de personen in de Godheid, wat maakt dat wij met Athanasius instemmen: „Het algemeen geloof is dit, dat wij de enige God in de drieheid en de drieheid in de eenheid eren.”
De veertiende bondsdag van de mannenbond trok zo’n 120 belangstellenden. In zijn openingswoord stond de eerste voorzitter, ds. B. van der Heiden uit Alblasserdam, stil bij enkele verzen uit „de Koningspsalm”, Psalm 45. „Gord uw zwaard aan de heup, o Held!”
Thema was dit jaar ”De Heilige Geest en Zijn werk”. Alles wat de christen weet van God, van Christus en van zichzelf dankt hij aan de Heilige Geest, stelde ds. Harinck. „Het is dan ook geen overbodige vraag: Wie is toch deze Persoon in de heilige drie-eenheid?” Zijn antwoord: „De Heilige Geest is een onderscheiden, zelfbestaand, levend, krachtig, intelligent goddelijk Persoon, samen met de Vader en de Zoon.”
Het grote werk van deze Persoon is „de vereniging van de zondaar met Christus door een waar geloof en het deelachtig maken van alles wat Christus verworven heeft. Het gaat de Heilige Geest om de verheerlijking van Christus. Daarbij heeft de Reformatie ons geleerd dat Woord en Geest bijeen horen. Ten eerste moeten we daarom zeggen dat de ervaring niet mag heersen over de Schrift. Ten tweede: het geloof is meer dan een verstandelijk weten. We moeten de zaken bij ondervinding kennen.”
De inleider karakteriseerde het werk van de Heilige Geest als een grote verborgenheid. „Het getuigt van grote geestelijke hoogmoed te menen dat wij precies weten welke weg de Heilige Geest met mensen gaat. Aan de andere kant mogen we niet veronachtzamen wat God ons hierover in Zijn Woord heeft geopenbaard - zie ook de Dordtse Leerregels, III/IV artikel 11.”
Hoe brengt de Heilige Geest de vereniging tussen Christus en de zondaar tot stand? „De eerste stap naar dit grote doel is de levendmaking van de geestelijk dode zondaar. Zonder deze vernieuwende werking is de mens tot niet één geestelijke daad bekwaam. De volgende stap is de overtuiging van zonde. Mensen zullen overtuigd worden van hun zonden en hun verloren staat voor God. Zij zullen, zo leerde Jezus, vooral overtuigd worden „van zonde, omdat zij in Mij niet geloven.” Dit leert ons dat het werk van de overtuiging is betrokken op Christus. Overtuiging is niet compleet zonder een overtuiging van het gevaar en de diepe ellende van het zijn in een Christusloze staat. In navolging van de apostelen moeten de predikers hun hoorders daarvan ook zoeken te overtuigen.”
Het komt erop neer, aldus ds. Harinck, dat de Heilige Geest de zondaar vooral overtuigt van de noodzaak van een Zaligmaker. „Dat leert ons tegelijk hoe diep de overtuiging gaan moet. Men is níét diep genoeg overtuigd wanneer men de noodzaak van redding door Christus’ bloed, gehoorzaamheid en genoegdoening niet gevoelt. Men is wél diep genoeg van zijn ellende overtuigd wanneer men die noodzaak wel beleeft.”
Hoe verenigt de Heilige Geest de zondaar met Christus? „De Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt: Hij ontsteekt in de harten van de verslagen zondaar een waar geloof. Dat geloof wordt allereerst gekenmerkt door kennis. Het tweede element is vertrouwen. De Heilige Geest is de grote Bewerker van de zekerheid. Hij toont ons dat de beloften van het Evangelie waar zijn voor mij, voor zo iemand als ik ben. En al is daarin trap en mate, toch spreekt uit de allergeringste geloofsdaad zekerheid.”
De Heilige Geest verheerlijkt Christus vooral ook in onze heiligmaking, zei ds. Harinck. „Het is in Christus dat Hij de zondaar alles doet vinden wat hij nodig heeft. Het kruis van Christus alleen kan de dood van de zonde worden. Op Golgotha is de strijd gestreden. De blik op Christus leert ons dat wij een reeds gewonnen oorlog strijden. Wat hebben Gods kinderen veel aan de Heilige Geest te danken!”
Is er, zo vroeg iemand, „onder ons wel voldoende oog voor de verschillende manieren waarop de Heilige Geest werkt? Ik mis Heman wel eens.” „Of Timótheüs”, reageerde ds. Harinck. „De Heilige Geest gaat verschillende wegen. Is het u wel eens opgevallen in de Handelingen der apostelen? De bekering van Lydia, van Saulus, van Cornelius, van Timótheüs? Bij elk van hen hanteert Hij een andere aanpak. En al deze onderscheiden dingen werkt één en dezelfde Geest. Daar moeten we oog voor hebben. Wijlen ds. P. Honkoop jr. uit Kampen vertelde me eens dat hij vaak zo veel strijd had omdat er bijna nooit werd gepreekt over iemand die van zijn jeugd af was getrokken. Zelf diende hij de Heere al vanaf zijn vierde jaar. Ja, daar moeten we wel oog voor hebben.”