Standvastig
Markus 10:52c
„Hij (…) volgde Jezus op de weg.”
Deze Bartimeüs, de zoon van Timeüs, is een uitnemend man. Zodra hij zien kan, bemerken wij nog beter zijn standvastig, beslist en edel karakter. In onze dagen buigt menigeen bij de minste tegenwind, zoals het riet voor de storm, maar deze man ging kloek zijn weg. De meeste mensen schijnen gemaakt uit zachte stof die tegen geen duwen en deuken bestand is. Maar deze man bestond uit steviger substantie. Toen hij nog blind was, bleef hij roepen, totdat hij ziende werd, hoewel Petrus, Jakobus en Johannes hem bestraften. Toen hij ziende was geworden, volgde hij Jezus tot elke prijs, al dreigden hem schande en smaad.
Het is mijn mening dat hij een standvastig en welbekend discipel van Jezus is gebleven, want Markus noemt hem: Bartimeüs, dat is zoon van Timeüs, en verklaart verder dat die naam inderdaad die betekenis heeft. Niet altijd geldt dat de naam het karakter aanwijst, want menige Janszoon is geen zoon van Jan, en zo kon ook Bartimeüs wel geen zoon van Timeüs geweest zijn. Markus evenwel wijst beiden, vader en zoon, als welbekende personen aan. De vader was waarschijnlijk een arm lid van de gemeente, allen welbekend. En zijn zoon zal een belangrijk man in de kerk van Christus geweest zijn. Het zou mij niet verwonderen als hij is geweest wat men „een man van karakter” noemt, door iedereen om zijn standvastigheid geacht.
C. H. Spurgeon, predikant te Londen
(”Hebt goede moed”, 1901)